President Chandrikapersad Santokhi heeft onlangs bevestigd, dat de Sociaal Economische Raad (SER), een bij wet in het leven geroepen bestuursorgaan, al een jaar buiten werking is. De Vereniging van Economisten in Suriname (VES) had in de juli-editie van hun economistenblad ‘INZICHT’, ook aandacht hiervoor gevraagd en stelde, dat door de leden van de SER niet opnieuw te benoemen, de SER de facto buiten werking is gesteld. “Het niet herbenoemen is niet alleen een klap in het gezicht van de vertegenwoordigers van de vakbeweging en de werkgevers, maar ook van de individuele personen die zich als vertegenwoordigers van de regering hebben ingezet. Voor een land in een ernstige sociaal-economische crisis, is het uitschakelen van het wettelijke sociaal-economische adviesorgaan van de regering en DNA een ernstige bestuurlijke dwaling”, aldus de VES. Over het algemeen bestaat de SER uit dertien leden en evenveel plaatsvervangers. Daarvan zijn vijf leden voorgedragen door de regering, vier door de werkgevers en vier door de werknemers. De leden worden benoemd door de president. Conform de wet worden de leden benoemd voor de periode van twee jaar, waarna ze allen tegelijk aftreden. Ze kunnen terstond herbenoemd worden door de president. Dat is helaas niet gebeurd, maar Keerpunt is van mening, dat de SER al lang niet meer nodig is als adviesorgaan. Wij denken dat de VES al meer dan voldoende voorziet in die behoefte. De VES geeft reeds jaren gevraagd en ongevraagd advies en de VES gaat zelfs verder dan adviseren en monitort het regeringsbeleid op de voet. De VES heeft tijdens geen enkele regering een blad voor de mond genomen en wij stellen dat zeker op prijs. De ongefilterde mening van deze economisten is vaker gewoon gegeven tot ergernis van velen in de regering. Ook de voorgaande regering was niet blij met het commentaar van de VES. Desondanks is de VES altijd een kweekvijver geweest voor toekomstige beleidsmakers en is vrijwel de gehele linie aan ministers van Financiën en governors van de Centrale Bank, op enig ogenblik lid, participant of sympathisant geweest. De VES als orgaan, heeft echter een technische basis, terwijl het vakbondswezen geen gegarandeerde stem namens de factor arbeid kan uiten, wat bij SER, naar opzet van de wet, wel het geval had moeten zijn. Dat regering na regering kartelvorming en favoritisme heeft toegepast, om de voordelen voor de werkelijke werkende mannen en vrouwen van Suriname te reduceren tot een nulpunt, is een bijkomstigheid. Wij vinden aan de andere kant de opmerkingen van de VES wel terecht tegenover het staatshoofd, want er is één autoriteit en dat is de president die verantwoordelijk is om de nieuwe SER-leden te benoemen. Volgens de VES verschuilt het staatshoofd zich achter de vakbeweging en bedrijfslevenorganisaties die niet tegen het voorstel zijn, maar het eerst willen bespreken. Als reden waarom de bespreking na één jaar nog steeds niet is gekomen, zegt hij “ze was even uitlandig”, alsof ze een heel jaar uitlandig was. Hij volhardt in de fout door aan te geven, ook nu geen haast te zullen maken, want de ‘leden’ zeggen: “Je kunt niet abrupt”, maar het pas met ingang van 1 januari 2024, gaan aanpakken. Hij wil ook dat ‘’de leden tijd krijgen om zich voor te bereiden om uit te treden”. Hiermee probeert hij de indruk te wekken dat de op 14 september 2020 benoemde leden, nog lid zijn. ‘’Dit is een mislukte poging om te misleiden, aangezien hij drommels goed weet, dat alle leden reeds op 14 september 2022 bij wet zijn afgetreden”, aldus de VES. De p[resident wijt regelmatig, de zorgelijke omstandigheden in het land aan verzwakte instituten en verwijst daarbij naar zijn favoriete richting, namelijk achterom. Echter is het onbenoemd laten van een wettelijk instituut een van de meest eenvoudige manieren, om verzwakking te garanderen. Kortom, alle drogredenen moeten terzijde worden gelegd, en indien de SER “van bijzonder belang” is, dan moet de buitenwerkingstelling van de SER op de meest korte termijn worden beëindigd door de benoeming van dertien (nieuwe) leden.