VOORUITBLIK REGERINGSJAAR 2023 – 2024 (deel 2)

Regering Santokhi-Brunswijk en de aan haar gelieerde fracties in De Nationale Assemblee gaan het laatste volledige zittingsjaar in van de termijn waarvoor zij verkozen zijn. De tijd om beloftes te verzilveren in resultaten is niet alleen aangebroken, maar dringt met het einde van de regeertermijn en de aanvang van de politieke campagnes die traditiegetrouw druk plaatst op samenwerkende partijen, in het korte termijn vooruitzicht. Wij van Keerpunt blikken vooruit op de onderwerpen die het verslag en uiteindelijk de geschiedenis over dit regeerkoppel en haar partners het meest zullen bepalen. Deze analyse zal in twee edities van Keerpunt (zaterdag 9 en 16 september) verschijnen.

1 Final investment decision en Local Content beleidsregels

Oil and Gas worden als de toekomst en soms zelfs enige toekomst en laatste bestemming van Suriname verkondigd door een regering, die qua beleid en onderhandelingen geen final investment decision aan de internationale partners heeft weten te onttrekken. We hebben inmiddels al meer dan anderhalf jaar vertraging in dit beslismoment. De bedrijven spelen geen blufpoker met ons, want in hun verplichte internationale rapportage, onder toezicht van de monetaire autoriteiten in hun thuis jurisdictie, verklaren ze ondanks mogelijk eigen financieel nadeel, getrouw en consistent wat zij aan de Surinaamse regering en het Surinaamse publiek voorhouden. Een verkiezingsbelofte die de regering reeds lang had kunnen en moeten inlossen en waarover de beide regeringsfracties wel op een lijn zitten, is het zogenaamd local content beleid. De garantie dat Surinaamse bedrijven, Surinaamse werknemers en de Surinaamse overheid, in een positie moeten komen om te profiteren van de toename aan opbrengsten, werkgelegenheid, kennis, inzetbaarheid en valuta, die met buitenlandse investeringen en buitenlandse handel, gerelateerd aan met name mijnbouwopbrengsten, verwacht worden. Er is daarover geen letter aangenomen in enige materiële regelgeving. Niet door de wetgever, niet door de regering op enig be-leidsniveau en zelfs niet door de parastatale instellingen, waar de overheid vanuit de uit-voerende macht, zich als belanghebbende en als aandeelhouder wel als alleenheerser weet te gedragen, wanneer het om de persoonlijke belangen van de familieleden van de regeerders gaat. Op dit gebied kunnen we net zo concreet zijn over hoe succes en falen eruit zouden zien, vooruitblikkend. Succes zou betekenen een positieve en schriftelijk kenbare final investment decision voor de offshore blokken voor de Surinaamse kust. Falen zou betekenen, verder uitstel daarvan. Het gaat namelijk iedere logica te buiten, om te verwachten dat de olieproductie in 2027 zou kunnen starten als de voorafgaande investeringen, die in 2022 hadden moeten starten, nog niet eens onderwerp van besluit zijn, laat staan doorgang hebben gevonden, aan de vooravond van 2024.Falen zou op dit punt betekenen, verder uitstel, waardoor olieproductie misschien pas in 2029 op gang komt en dus tegen het einde van een volgend regeertermijn, in plaats van medio.

Succes op het gebied van local content zou betekenen:

Een local content wet, met daarin verankerd de investeringen in educatie, verplichte vacature openstelling, verplichte sociale voorzieningen, aandelendrempels en aanbestedingen en fonds reserveringen. U begrijpt het, van het soort dat ook diaspora, ‘friends and family’ zou doen struikelen. De Guyanese wet voorziet daar voldoende in en is geen verkeerd voorbeeld als sec wetgevingsproject, hoewel Guyana een ander rechtssysteem kent. Een bestel aan onderliggende beleidsregels, vanuit de clusterministeries die aansturing geven aan beleid op deze onderdelen. Huiswerk waarin de regering vooruit kan werken, omdat bestaande regelgeving dit nu al toelaat, als er maar een raamwerk vanuit de Raad van Ministers in place is, dat een concrete datum voor de wetgeving in het vooruitzicht stelt. Een incentive en key performance indicatiepakket voor de parastatale instellingen, die druk en investeringsbehoefte zullen ervaren om tegemoet te komen aan de behoeften van multinationals, expats en speculanten, die Suriname zullen binnen-stro-men op een ongekende schaal. Ook hierin staat niets anders dan inzet en deskundigheid, de regering in de weg. Nederland kent de jaarlijkse Nota Deelnemingenbeleid, waarin het beleid qua benoemingen, beloningen, maatschappelijk verantwoord ondernemen, lange termijn strategie, compliance en de financiële positie, onderbouwd worden. Een instituut, zoals in Nederland het NLFI, dient professioneel van deskundigen voorzien te worden en beleid op dit gebied te ontwikkelen.

2 Financiering megaprojecten West-Suriname

De diepzeehaven (USD 2 miljard), nieuwbouw en/of renovatie van de markt (USD 5 miljoen) en brug over de Corantijnrivier (USD 523 miljoen) zouden een instroom aan werkgelegenheid, kapitaal en ontwikkeling naar Nickerie en de regio West-Suriname moeten trekken. Realisatie zou een verdubbbeling van de Surinaamse economie als geheel en grofweg verviervoudiging van de economie van het westen teweeg moeten brengen binnen grofweg een regeerperiode. De eerste tekenen hiervan zouden zich op de horizon in dit beleidsjaar, moeten vertonen in de vorm van beleidsplannen, ruimtelijke ordening en financiering budgetten.

3 Volkshuisvesting

Woningbouw als geheel, maar vooral volkswoningbouw en starters, hebben nog geen beleidssuccessen gekend onder deze regering, ondanks de ‘grondpapieren’ festijnen met een politiek karakter, waar vaak geen grondbeschikkingen, maar bereidverklaringen verdeeld worden. Van werkelijke uitgiften zijn geen statistieken voorhanden. Voor voorwaarden en tenaamstellingen, zijn wij aangewezen op het lekken van informatie over projecten zoals Sabaku en/of Blauwmeer. Ieder wapenfeit van de regering op dit gebied is welkom.

4 Zorg overeind houden

Na de pandemie en nu een zorgelijke epidemie in muskiet overdraagbare ziekten wereldwijd, heeft de gezondheidszorg klappen gehad, maar ook de gelegenheid gehad om lessen te leren. De Nationale Ziekenhuisraad heeft zo vaak aan de noodbel gerammeld, dat de klepel versleten is. Zorgpersoneel wordt nog steeds gedegen opgeleid en doet toegewijd werk onder moeilijke omstandigheden, maar kindersterfte is aan de orde van de dag. Ondervoeding bereikt het niveau van de gruwelijke eind jaren ‘80, begin jaren ‘90 en dat is zonder te betrekken onder welke omstandigheden in de officieuze migratie nederzettingen met kinderarbeid en kinderhonger omgegaan wordt. Het benoemingenbeleid in deze sector, de enorme betalingsachterstanden, mismanagement en een cultuur van grensoverschrijdend gedrag bij het Staatsziekenfonds, zijn bijkomende uitdagingen, waaraan de regering het hoofd zal moeten bieden in het aanstaande jaar.

5 Brain drain en diaspora

Het verdwijnen van de middenklasse gaat gepaard met gapende gaten aan know how en institutioneel geheugen. Het tergende van deze teloorgang, is, dat op een individueel niveau, het niveau van het huishouden, de keuze voor overleven, kansen voor de ontwikkeling van kinderen, voortzetting van de carrière en opbouw, altijd begrijpelijk en aan te bevelen is. Maar het verdwijnen van de generatie aan middenkader, middenmanagement en opvolging, van waaruit het leiderschap van morgen ontwikkeld zou moeten wor-den, vertraagd de nationale ontwikkeling met decennia en maakt ons verder afhankelijk van buitenlandse managers. Zelfvoorziening en duurzaamheid worden moeizamer en de kenniseconomie raakt verderaf. De regering moet dit fenomeen nog luidop onderkennen. Laat staan dat beleid of voorzieningen op dit onderdeel te verwachten zijn. Dit neemt echter niet de noodzaak weg.

6 Corruptie vervolgen eigen regering en reshuffling, Sabaku ontdooien, cultuur van rancune

Het doet iedere rechtgeaarde burger pijn om een regering als Bouterse I of II gunstig te moeten vergelijken met welk bestuur dan ook. Maar in geval van een helikoptervloot, een voertuig van een kwart miljoen USD, kwam er op enige wijze beweging in de mechanismen die nog tijdens de regeertermijn, correctie in de kinderschoenen plaatsten. Als het ‘bevriezen’ van de Sabaku-kwestie een verwrongen echo is van ‘zand erover’, of er alsnog een ‘wet en recht’ benadering te verwachten is zal dit jaar moeten blijken. Zal Sabaku ontdooien of belandt de bevriezing in een eeuwige ijstijd? Neigt de regering naar gerechtigheid door met dezelfde maat te meten voor politieke vriend en politieke vijand? Of zullen rancune naar de overzijde en doofpot aan de eigen oever, de keuze zijn? Het is onze stellige overtuiging dat regeringen beoordeeld dienen te worden op hun eigen intenties, de uitvoering daarvan en getoond leiderschap op wat ten tijde van aantreden onvoorzienbaar was. Opgedeeld in beleidsjaren, is het dus goed om vooruit te blikken, de regering aan te reiken waar haar rapportcijfers uiteindelijk op gebaseerd zullen worden en als media, publiek, regeerder, vertegenwoordiger en kiezer een ‘eerste grof manuscript van de geschiedenis’ aan te reiken, om een legendarische redacteur te citeren. De bandbreedte tussen falen en succes verscherpen, voorkomt het afvuren van een pijl, gevolgd door erachteraan rennen met een emmer verf, het omcirkelen ervan en het podium bestormen als een scherpschutter die een doelwit raakt. Zeker in een kritieke periode van ons land, waarin de nachten duister zullen zijn en de ochtendglorie, eenmaal aangebroken, winners en verliezers zullen kennen. En de winnaars de neiging zullen hebben doofpotten diep te begraven, toevallige punten aan eigen briljantie toe te schrijven en het slachthuis te vergrendelen waar democratie en rechtsstaat geofferd zijn, voor een machtige en onaantastbare nieuwe elite, die wereldspelers in weelde zullen worden, ten koste van het lot van de gewone Surinaamse burger.

More
articles