Het gerenommeerde Franse dagblad ‘Le Monde’ heeft onlangs in april dit jaar, de drugsroute Colombia-Suriname-Frans-Guyana-Frankrijk blootgelegd in een YouTube video: ‘Trafic de cocaïne: enquête sur la nouvelle filière Française en Guyane’. ‘Le Monde’ heeft satellietbeelden van de regio nauwkeurig bekeken en daarbij rapporten van de lokale politie geanalyseerd. De onderzoekers kwamen tot de conclusie dat Frans-Guyana zich bevindt in het hart van de wereldwijde cocaïnehandel. Via een reconstructie onderzocht de krant de toeleveringsketen van Colombia tot Frankrijk. Cocaïne komt uit Colombia en de illegale drugstransporten lopen via containerschepen, vissersboten, kleinschalige semi-onderzeeboten of kleine passagiersvliegtuigen. In het filmpje werd aangegeven, dat Suriname naast de 43 legale, veel illegale landingsbanen heeft – acht nieuwe sinds 2019 – voor onder meer drugsdroppingen. ‘Le Monde’ stelde kortom, dat Suriname een narcostaat is, waar alle legitieme instellingen zijn gepenetreerd door de macht en rijkdom afgeleid van de illegale drugshandel. Volgens de Franse krant, belichamen twee mannen dit systeem: ex-president Desi Bouterse en vicepresident Ronnie Brunswijk.

Financiënminister Stanley Raghoerbarsing, heeft onlangs hierover uitspraken gedaan, waarbij hij duidelijk stelt, dat het heel belangrijk is als je het leiderschap van een land voorop stelt, dat je niet gezien wilt worden als een druggerelateerd land. Volgens Raghoebarsing zijn we het in het verleden niet geweest, maar helaas zijn we dat geworden. Hij benadrukte dat wij af moeten van die reputatie. “Ik denk dat het goed zou zijn dat vanuit de regering, het parlement, het vaker gezegd wordt. We moeten onze reputatie opschonen en wij zijn helaas niet in staat dat op eigen houtje te doen. We hebben thans te maken met grensoverschrijdenden criminaliteit en we gaan het met anderen moeten doen”, aldus de minister. Keerpunt is het volkomen eens met de minister en is absoluut een voorstander van deze ‘grote schoonmaak’, maar de vraag die ons bezighoudt, is: Hoe doe je dat, wanneer de naam van de vicepresident ook nog wordt genoemd in het onderzoek dat onlangs is verschenen van ‘Le Monde’? Hoe doe je als land wanneer in alle legitieme instellingen dit soort criminelen zijn gepenetreerd binnen de leiding van je regering?

Wij juichen het natuurlijk toe dat de regering reeds samenwerkingen  aangegaan met de Franse en Amerikaanse regering, want wij weten, dat wij dit probleem niet alleen gaan kunnen aanpakken, daarvoor is het systeem te corrupt. De feiten zijn nu, dat we weten dat het gaat om grensoverschrijdende criminaliteit die wij niet alleen aankunnen, daarom is het heel goed om alle hulp die we van buiten kunnen krijgen, te aanvaarden. Wij staan daarom ook achter de gedachten  Raghoebarsing, wanneer hij zegt dat we dit land moeten opschonen en ervoor zorgen dat de toonzetting van drugs, criminaliteit en gebrek aan bestuur weg is. En we kijken reikhalzend uit naar daden die die woorden in zijn eigen zandbak, kracht bij zetten.

Gelukkig worden er reeds stappen ondernomen, want op dinsdag 8 augustus hebben de Verenigde Staten en Suriname tijdens een formele ceremonie een Cooperative Situational Information Integration (CSII)-overeenkomst ondertekend door de Amerikaanse ambassadeur Robert J. Faucher en defensieminister Krishna Mathoera. De CSII-overeenkomst stelt Suriname in staat zich aan te sluiten bij andere CARICOM-landen die trackinginformatie over maritiem vervoer in het Caribisch gebied delen via een enkel webgebaseerd platform. Deze informatie zal Suriname in staat stellen een duidelijker beeld te krijgen van het verkeer dat de Surinaamse wateren binnenkomt en verlaat en een grotere veiligheid bevorderen. CSII is een internetgebaseerd, niet-geclassificeerd netwerk voor het delen van informatie tussen regionale partners met de United States Joint InterAgency Task Force South (JIATF-South) als facilitator. Netwerkleden delen scheepspositiegegevens tussen alle regionale partners, waardoor ze de soevereiniteit kunnen beschermen, illegale handel kunnen bestrijden, illegale migratie kunnen bestrijden en kunnen reageren op bedreigingen. Door deze informatiedeling worden landen beter bewust van dreigingen die de landsgrenzen overschrijden. Het programma vormt een aanvulling op bestaande programma’s voor het delen van informatie, zoals CARICOM Intelligence & Information Sharing Network (CISNET). Grensoverschrijdende misdaad tast goed bestuur aan, houdt corruptie in stand en ondermijnt fundamentele mensenrechten. CSII is een belangrijk instrument in de strijd tegen onder meer transnationale criminele netwerken.  De ambassadeur van de Verenigde Staten van Amerika in ons land, heeft hiermee bekrachtigd, dat zij Suriname zullen ondersteunen in de strijd tegen illegale drugstransport. De ambassadeur had eerder aangegeven, dat er al afspraken waren gemaakt met de Surinaamse regering, dat zij informatie zullen delen op het gebied van maritieme en luchtvaartactiviteiten. Volgens Faucher willen de Verenigde Staten er alles aan doen om Suriname bij te staan en daarom heeft hij ook persoonlijk gesprekken gevoerd met de Drug Enforcement Administration (DEA) in Washington, om zich weer te vestigen in Suriname. Keerpunt is zeer optimistisch over dit nieuws, want dat is een goed begin om te starten met het opruimen van de drugscriminaliteit in ons land. Momenteel werkt de DEA vanuit een kantoor vanuit een Georgetown, Guyana, maar indien het nodig is, zullen zij volgens Faucher ook hier een kantoor opzetten om hun operaties beter te monitoren. Wij blijven uitkijken naar deze ontwikkelingen en hopen dat wij als land in de komende paar jaar de vruchten ervan kunnen plukken en daarmee de reputatie van ons land kunnen opschonen.