De nieuwe Petroleum Activity Act van Guyana, die door president Irfaan Ali tot wet is ondertekend, bevat strenge bepalingen tegen bedrijven die betalingen uitstellen op grond van hun petroleumovereenkomsten met de overheid. Tijdige betalingen, waaronder royalty’s, opleidingsfondsen en bijdragen aan milieu- en sociale projecten, zijn van cruciaal belang voor de ontwikkeling van het land. Om de financiële implicaties van deze boetes voor te late betaling te begrijpen, beschrijven we een hypothetisch scenario:

Stel je voor dat een oliemaatschappij te laat is met het betalen van royalty’s van 30 miljoen dollar aan de overheid. Op basis van de bepalingen van de wet wordt op dit onbetaalde bedrag een boete geheven van een derde van één procent (of 0,3333%) per dag. Dit bedrag wordt dagelijks verhoogd totdat de schuld volledig is afgelost.

Om te illustreren:

Op dag 1: boete = USD 30.000.000 x 0,3333% = USD 99.990.

Het nieuwe saldo = USD 30.000.000 + USD 99.990 = USD 30.099.990.

Op dag 2: boete = USD 30.099.990 x 0,3333% = USD 100.333,27.

Nieuw saldo = USD 30.099.990 + USD 100.333,27 = USD 30.200.324,27.

Als dit proces dertig dagen wordt herhaald, zou dit betekenen dat de samengestelde boete voor de oliemaatschappij aanzienlijk hoger zou zijn dan wanneer het een eenvoudige renteberekening zou zijn.

Op dag 30, na toepassing van de dagelijkse boete, zou het totale bedrag (oorspronkelijke schuld plus boete) hoger zijn dan 33 miljoen dollar.

Voor een royaltybetaling van 30 miljoen dollar die 30 dagen te laat is, zou het bedrijf dus een extra boete van ruim 3 miljoen USD moeten betalen.

Op grond van de sectie Inkomsten en Financiële Garanties van de wet, worden bedrijven blootgesteld aan huurgelden, handtekeningbonussen, retentievergoedingen, royalty’s, opleidingskosten en financiële steun voor milieu- en sociale projecten. De overheid accepteert momenteel biedingen van bedrijven voor 14 offshore blokken in haar allereerste offshore licentieronde.