Er wordt al geruime tijd en aanhoudend op alle fronten geklaagd over de hoge prijzen in de winkels en dan in het bijzonder over basisgoederen, die duur of zelfs voor velen onbetaalbaar zijn geworden. Dat er onvrede hierover heerst, is alleszins begrijpelijk, want een ieder moet in staat kunnen zijn basisgoederen aan te schaffen, om niet totaal te verkommeren. Maar wat zijn basisgoederen, hoe komen die tot stand en hoe worden uiteindelijk de prijzen voor deze producten berekend? Met deze aspecten moet wel rekening gehouden worden, want daar kan niemand omheen, niet hier en ook niet in het buitenland. Als we kijken naar de samenstelling van onze basisgoederen, dan moeten wij tot groot ongenoegen constateren, dat ze bijna voor 90 procent uit het buitenland afkomstig zijn, en dus gebaseerd op een valutacomponent. Als we kijken naar rijst bijvoorbeeld, dan weten wij dat rijst hier gepland en geoogst wordt. Maar wat zijn de bijkomende kosten om de rijst uiteindelijk in de supermarkt te krijgen? Kennen we de kosten van de rijstboer wel, alvorens hij padie aan de molenaar kan leveren? De meesten kennen die kosten niet en kijken alleen naar de eindprijs, die veel hoger is komen te liggen. De rijstboer moet bijvoorbeeld ureum en fosfaat kopen voor de aanplant, zijn brandstofkosten zijn enorm gestegen en ook de prijs voor zijn onderdelen van de combines en tractoren, om maar enkele verhoogde onkosten te noemen. Dan zijn de overige bedrijfslasten als personeelskosten, elektra en water, nog niet meegenomen. Ook de rijstsector is gekoppeld aan hoge kosten, die heel veel te maken hebben met een zogeheten deviezencomponent. Vooral deze sector heeft te maken met deviezen, die duur moeten worden ingekocht. Dus op het moment dat de wisselkoersen voor de dollar en euro stijgen, gaat ook de rijst in prijs omhoog. Maar als we kijken naar andere basisgoederen, dan zien we gelijk het importplaatje. Spijsolie, zout, suiker, thee, koffie, knoflook, uien, aardappelen, sardien, tandpasta, bepaalde pindakaas, jam, chocoladepasta, gele en groene erwten, blom, havermout, maandverband, melkpoeder, bokking, bruine bonen en doperwten, zijn allemaal importproducten die fors in prijs zijn gestegen in het buitenland en waarvoor er dollars en euro’s tegenover moeten staan om ze hier te krijgen. Als je nationale munt zwak is en 38,- SRD voor een dollar moet opbrengen en je voor de euro ook bijna 40 SRD moet neertellen, dan is het logisch, dat ook de basisgoederen voor velen bijna onbereikbaar zijn geworden. De realiteit is dat deze goederen, die we al decennialang importeren en tot ons dagelijks menu behoren, duurder zijn geworden in het buitenland en we ze echt niet goedkoper hierheen kunnen halen. Ons grootste probleem, is de enorme ontwaarding van onze SRD in de periode 2013 tot 2020 en daarna nog verder is gedeprecieerd, tot op het punt van heden, en we voor een dollar 38 SRD moeten betalen. Onze munt was in 2010 nog SRD2.80,- voor een dollar waard. Door de oorlog in Oekraïne, die nu al langer dan 18 maanden duurt, is het allemaal duurder geworden in landen waar onze leveranciers zitten, en daarom zijn al de voormelde goederen ook duurder geworden en voor velen bijna onbereikbaar. Natuurlijk zijn er stokers, die de samenleving steeds een ander beeld wensen voor te houden, door de regering de schuld te geven van al deze stijgingen, maar dat is op zijn zachtst gezegd hypocriet. De koopkracht is hier enorm achteruit gegaan en daar moet door verhoogde productie en export uiteindelijk verandering in komen. Zolang dat niet gebeurt, zal er niet veel veranderen. In het ‘rijke’ Nederland buigt het demissionaire kabinet Rutte zich momenteel en naarstig over een hulpprogramma om mensen die in armoede dreigen te belanden, te ondersteunen. Dus ook in Nederland gaat het niet goed bij honderdduizenden met een laag inkomen. Mensen die door de fors gestegen prijzen op verschillende fronten de eindjes niet langer aan elkaar kunnen knopen. De forse prijsstijgingen hebben ook daar met allerhande externe factoren van doen. Daarom moet men ook hier eerlijk tegenover de samenleving blijven en precies vertellen, hoe de vork in de steel zit en niet voortdurend op kwaadwillige wijze zitten stoken, want deze klagers en stokers komen zeker niet met gedegen oplossingen aandragen.