De Vereniging van Economisten in Suriname (VES), publiceert elke maand in haar blad VES-Inzicht, artikelen over actuele onderwerpen. In de juni- en juli-editie gaf de VES een uiteenzetting over het Regeerakkoord 2020-2025. “Bij het aantreden van de regering Santokhi-Brunswijk hebben de vier coalitiepartijen plechtig een regeerakkoord gesloten. Na een Urgentiefase van 9 maanden, gevolgd door een Stabilisatiefase van 24 maanden, zijn wij nu beland in een Ontwikkelings- en Moderniseringsfase van 27 maanden. Het is goed om te toetsen in hoeverre de regering zich houdt aan haar plechtig akkoord tussen coalitiepartijen. In het regeerakkoord zijn alleen de 26 prioriteitsacties in de Urgentiefase, welke reeds in de eerste 9 maanden zouden worden gerealiseerd, concreet aangegeven. De concreet te ondernemen acties van de Stabilisatie-fase zijn niet geformuleerd, noch die van de Ontwikkelings- en Moderniseringsfase. Het beleid van de regering is zonder concreet geformuleerde acties niet te evalueren.’’

De VES stelt dat alleen de realisatie van de 26 prioriteitsacties uit de Urgentiefase getoetst kunnen worden. Na bijna 35 maanden blijkt volgens de VES, dat de helft van deze acties “geheel of gedeeltelijk gerealiseerd” is en de andere helft “nog steeds niet gerealiseerd is”.

Corruptie

De VES haalt aan, dat het Openbaar Ministerie zal versterkt worden, zodat het beter in staat is zijn werk te doen. Hiertoe behoort volgens de VES ook het onderzoek naar corruptiezaken.

“Er zal aan het begin van de regeertermijn een evaluatie worden gemaakt van alle uitgevoerde projecten, de rechtmatigheid en doelmatigheid van besteding van staatsmiddelen en leningen; waar nodig zal strafrechtelijk onderzoek worden gevraagd indien bij de gunning en uitvoering van deze projecten in strijd is gehandeld met de wettelijke regelingen, richtlijnen en principes van behoorlijk bestuur. Er komt een voorstel tot aanstelling van een speciale openbare aanklager voor behandeling van gesignaleerde grootschalige corruptiezaken”, benadrukt de VES.

Twee van de 26 maatregelen die in de Urgentiefase gedurende de eerste negen maanden zouden worden gerealiseerd, behelzen ten eerste het creëren van de randvoorwaarden voor het onmiddellijk in werking doen treden van de Anti-corruptiewet. Ten tweede de instelling van een commissie voor de inventarisatie van illegale of duistere handelingen, corruptieonderzoek en terughalen van corruptiegelden, in samenwerking met het Openbaar Ministerie en met de steun van internationale instellingen. ‘’Het is de VES opgevallen, dat de Anti-corruptie Commissie nog steeds niet operationeel is en dat de beleidsmakers (president, vicepresident, ministers DNA-leden, etc.) hun persoonlijke vermogens en die van hun naasten, nog steeds niet notarieel hebben laten vastleggen. “Aangezien geen van deze zaken zijn gerealiseerd, kunnen we niet anders dan concluderen dat het de regering na drie jaar nog steeds niet menens is om de welig tierende corruptie aan te pakken.”