Ruim een jaar na de overwinning van de regering Bouterse in 2016, was het overduidelijk, hoe groot de leugens waren die verkondigd zijn aan dit volk tijdens de verkiezingen. Wij wisten wel dat het onwaarheden waren die bewust werden verkondigd om nog eens vijf jaar te mogen regeren. Het ging vlak na de verkiezingen van 2015 al heel slecht in het land en overal was de verpaupering duidelijk zichtbaar. We hebben het dan niet eens over de manier hoe ver we als land nu zijn gevallen, maar de armoedegrens was toen al in rap tempo verhoogd. Toen al gingen bedrijven over de kop en tijdens de covid-pandemie leek de economie die al fragiel was, net een kaartenhuis in elkaar te storten. De overheid kan heden ten dage wel de salarissen van haar ambtenaren betalen en bepaalde beloofde extraatjes, maar dat was tijdens de regering Bouterse, vaak niet het geval en daarom werd de ene na de andere lening afgesloten door onze beruchte statisticus, die sinds 2020 ook voortvluchtig is. Kortom, na de verkiezingen van 2015, rende de regering Bouterse naar het IMF, want wij zaten thans financieel en monetair in een diep dal. Al heel snel liet deze regering het afweten, want de maatregelen waren toen al zwaar, maar het zou naar onze mening niet zo zwaar zijn als het IMF-programma in 2016 was doorgevoerd, dan wat wij nu in 2023 moeten doorstaan. Enfin, we zijn nu in de greep van het IMF beland en het is gewoon niet anders. De regering heeft al een deel van de zeer pijnlijke maatregelen doorgevoerd en wij kunnen voorop stellen, dat het programma zwaar is en soms zelfs ondraaglijk.  Vorige week liet de Board van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) weten dat de tweede herziening van de verlengde regeling onder de Extended Fund Facility (EFF) voor Suriname, is afgerond. Door de afronding van de herziening kunnen de autoriteiten het equivalent van 39,4 miljoen SDR (ongeveer 53 miljoen dollar) opnemen, waardoor de totale uitbetaling op 118,2 SDR (ongeveer 159 miljoen dollar) komt. Bij het voltooien van de beoordeling keurde de Raad ook het verzoek van de autoriteiten goed om ontheffingen te verlenen van niet-naleving van prestatiecriteria op basis van de corrigerende maatregelen die door de autoriteiten waren genomen. De Raad van Bestuur keurde ook het verzoek van de autoriteiten goed om aankopen in het kader van de regeling te herfaseren, inclusief de gevraagde vermindering van de totale toegang onder de regeling tot een bedrag gelijk aan SDR 383,9 miljoen (297,8 procent van het quotum; ongeveer USD 516,4 miljoen). Het besluit van het bestuur van het IMF was sterk afhankelijk van de bevindingen van het team dat onlangs in Suriname was. Het team bracht een rapport uit en liet weten, dat het economische herstel en de verslechterde prestaties van het programma met elkaar verbonden waren. Het IMF concludeerde dat de fiscale ontsporingen de wisselkoers en de inflatie onder druk zetten, die een zware last op de samenleving hebben gelegd, vooral op de meest kwetsbaren. Het IMF was tevreden over de gezamenlijke inspanningen van de autoriteiten om het economisch herstelprogramma weer op de rails te krijgen en de economie te stabiliseren, vooral door de begrotingsdiscipline te herstellen. Ook de afschaffing van de brandstofsubsidies, samen met de geplande geleidelijke afschaffing van elektriciteitssubsidies en een verbreding van de BTW-grondslag, zullen fiscale ruimte bieden voor de uitbreiding van het sociale bijstandsprogramma en groeibevorderende investeringen. Het IMF is ook tevreden over het feit dat de regering belangrijke mijlpalen heeft bereikt in de onderhandelingen over schuldsanering met particuliere en officiële bilaterale schuldeisers. Het IMF blijft van mening, dat de flexibele, door de markt bepaalde wisselkoers essentieel blijft om de externe onevenwichtigheden van Suriname aan te pakken en de toereikendheid van de internationale reserves op de lange termijn te waarborgen.

Daartoe hebben de autoriteiten zich verbonden, af te zien van directe valuta-interventies, behalve om wanordelijke marktomstandigheden aan te pakken, terwijl beperkte indirecte valuta-verkopen aan importeurs van essentiële goederen worden toegestaan om storende valuta-tekorten te verminderen. Om de hardnekkig hoge inflatie terug te dringen, zou de Centrale Bank van Suriname (CBvS), moeten blijven kijken naar maatregelen om liquiditeit te absorberen binnen haar doelkader voor reservegeld en om de effectiviteit van het monetaire transmissiemechanisme te verbeteren. Een van deze maatregelen betreft de OMO’s, maar die hebben hun effectiviteit tot op heden niet bewezen. De CBvS moet afromen en daarvoor zijn de OMO’s ingezet als instrument, maar al geruime tijd lopen zaken niet zoals verwacht. Vanaf de OMO’s werden geïntroduceerd in juni 2021 door de moederbank, loopt het niet helemaal lekker en wij denken dat er niet voldoende is geëvalueerd door de CBvS om te kijken of dit mechanisme wel goed werkte binnen ons financieel systeem. De CBvS hield vanaf het begin voet bij stuk, dat de maatregel goed liep en beweerde steevast, dat de rente/uitgifte niet het beoogde resultaat behaalde, omdat de banken niet meewerkten. Feit is dat zij de autoriteit is en zich niet kan verschuilen in een slachtofferrol. De CBvS moest ingrijpen en dat is nooit gebeurd. Het is makkelijk voor onze monetaire autoriteiten om te zeggen dat dit door het IMF niet goed wordt uitgevoerd. De moederbank moest de lokale banken het proces, het resultaat voorleggen en vragen om te participeren, zodat het een succes zou worden. Het kan niet dat je termijndepositoveilingen laat lopen voor een week of een maand. De looptijd is naar onze mening veel te kort, het geld wordt veel te kort vastgehouden en de rente zorgde gewoon voor geldcreatie. Dit is natuurlijk een maatregel van het IMF die niet zo goed werd doorgevoerd en zijn effect heeft gehad, maar hiermee willen wij niet zeggen dat alles wat in het herstelprogramma staat, niet goed is doordacht. De maatregelen zijn wel nodig als we ons financieel-economisch systeem willen herstellen. Het is allemaal pijnlijk, maar wel nodig.