‘Reeds USD 70 miljoen geïnvesteerd, binnenkort nog 30 miljoen’
Onderwijsminister Henri Ori, gaf gisteren tijdens een persconferentie in het CENASU-gebouw aan, dat tot op heden er USD 70 miljoen geïnvesteerd is in het onderwijs in Suriname. ‘’Binnenkort zal er nog USD 30 miljoen geïnvesteerd worden om te gaan tot een betere aanpak voor de verdere ontwikkeling van het onderwijs’’, aldus Ori. Het onderwijssysteem moet veranderen, maar volgens Ori moeten de veranderingen goed in kaart worden gebracht alsook de prioriteiten op de korte en lange termijn. ‘’Het voornamelijk doel is een integrale en landelijke aanpak voor de verdere ontwikkeling van het onderwijs in Suriname. Het is van belang te presenteren wat de visie van het ministerie is en te verklaren wat de oplossingsmodellen zullen zijn’’, aldus de minister.
Uitgestippelde projecten
Het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC), kan volgens Ori mede door de financiering van de Islamitische Development Bank (IsDB) en de Caribbean Bank, enkele projecten plannen en uitvoeren, waaronder de oplevering van de school te Bronsweg. Vandaag, vrijdag 23 juni, wordt de school opgeleverd. Het ministerie is ook bezig met de voorbereiding van de bouw van een school te Houttuin en een te De Nieuwe Grond. Er wordt ook gewerkt aan nieuw lesmateriaal voor de leerjaren 6, 7 en 8. Met betrekking tot nieuwe boeken voor de scholen, zei Ori dat deze reeds bij de drukker in België zijn. De leerkrachten worden ook voorbereid om met het nieuwe lesmateriaal te kunnen werken.
Het ministerie heeft ook oog voor het onderwijs in het binnenland. ‘’Er zijn tot nu toe reeds 39 praktijklokalen opgeleverd. Deze zijn verspreid over Atjoni, Apoera en Brokopondo.
Later dit jaar, september 2023, staat de oplevering gepland van twee schoolcampussen te Para en Moengotapoe’’, zei Ori. In het kader van de verbetering van afstandsonderwijs, zijn er per district tien ICT-labs opgezet. ‘’Eén in elk district, zodat er verbetering van afstandsonderwijs kan plaatsvinden.‘’
Problemen op alle niveaus
Op haast alle onderwijsniveaus zijn er op dit moment problemen. ‘’Het onderwijs heeft over het algemeen heel veel problemen op verschillende niveaus en van verschillende aard. Het is zaak om successievelijk te werken aan de korte- en langetermijnoplossingen‘’, zei Ori, eraan toevoegend dat sommige problemen een incidenteel karakter hebben, zoals de situatie te Guyaba, waar een geestesgestoorde man, leerkrachten en leerlingen van een school stelselmatig lastig valt. De situatie is dusdanig, dat leerkrachten teruggereisd zijn naar de stad, met als gevolg dat ruim 200 kinderen van onderwijs zijn verstoken. Er wordt, aldus Ori, aan een oplossing gewerkt.
Hoger onderwijs
Voor het hoger en wetenschappelijk onderwijs zal er een beleid ontwikkeld worden. ‘’Op dit stuk spelen meerdere vraagstukken zoals wetgeving, accreditatie en het aansturen van de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Voor de hogeschool zal er een gericht programma worden uitgewerkt.’’ De minister maakt zich momenteel op voor de afronding van het schooljaar 2022-2023. ‘’Wij doen er alles aan om de examens zo goed mogelijk te laten verlopen. Het examenbureau draait overuren‘’, aldus Ori.
Doorstromingskwestie
De toets voor leerjaar 10 is van start gegaan. De voorbereidingen rond de plaatsing van leerlingen van leerjaar 9 en 11 en van het eerste leerjaar VOS, zijn eveneens begonnen. Zowel over de toets als over de plaatsing van leerlingen is volgens de minister verwarring ontstaan. ‘’ Door middel van communicatie zal dit opgelost worden’’, stelde Ori. Met de scholen is er afgesproken dat die goed omgaan met de overgangsnormen. De doorstromingskwestie heeft ook de aandacht van Ori. ‘’Het is een discussiepunt, waarover er tegelijk veel feedback is. Alvast zal op basis van evaluatie worden nagegaan wat de situatie na 1 oktober zal moeten zijn.’’
Het MinOWC heeft het Projectbureau Internationaal in het leven geroepen wanneer het gaat om buitenlandse ondersteuning. ‘’Wij krijgen heel veel ondersteuning van een aantal donoren, maar ook de diaspora heeft interesse om te helpen‘’, benadrukte Ori. Tijdens het recente bezoek van de Nederlandse minister van Onderwijs, Robbert Dijkgraaf, is er een intentieverklaring getekend, die inhoudt dat het MinOWC op verschillende gebieden ondersteund zal worden, onder andere bij het tot stand brengen van wetgeving, institutionele versterking en ondersteuning bij onderwijsvernieuwing. ‘’De bedoeling is dat er een onderwijsattaché komt zodat de ondersteuning op diverse gebieden volgens korte lijnen verloopt’’, aldus Ori.