Tijdens de openingssessie van de Suriname Energy Oil and Gas Summit (SEOGS) werden stimulerende verklaringen inzake regionale samenwerking afgelegd door vertegenwoordigers van Guyana, Trinidad en Tobago en Suriname op het gebied van regionale energiezekerheid. De Guyanese minister van buitenlandse zaken, Robert Persaud, die zijn regering vertegenwoordigde, was deel van een ministeriële ronde tafel met zijn Surinaamse ambtsgenoot Albert Ramdin, en de minister van energie van Trinidad en Tobago Stuart Young. Tijdens dit samenzijn werd de noodzaak van een strategische alliantie op het gebied van energiezekerheid onderstreept.
Deze summit stond in het teken van de strategische regionale samenwerking, met bijzondere aandacht voor energie. Er werd opgeroepen tot regionale samenwerking op het gebied van energie, die de komende jaren een belangrijke motor van economische groei en regionale integratie moet worden. Persaud verklaarde dat de regio aan de vooravond staat van een nieuw en gedurfd tijdperk van samenwerking, waarin energie kan fungeren een stimulans voor hernieuwde en versterkte economische en politieke samenwerking in de regio. Hij benadrukte dat goedkope en betrouwbare energie, de basis vormt voor sterke economische groei, en in het geval van Guyana, zal worden gebruikt als een platform, waarop lange termijngroei en duurzaam beleid zullen worden gevoerd; vooral op het gebied van voedselzekerheid en gezien het leiderschap aangeboden aan de CARICOM-regio door de Guyanese president Irfaan Ali.
De Guyanese minister van buitenlandse zaken zegt, dat een belangrijk voorbehoud is, dat er een evenwichtige benadering moet zijn van deze regionale ontwikkeling en uitbreiding van de energie-industrie, met bijzondere aandacht voor het milieu. In dit opzicht is Guyana volgens Persaud een wereldleider en zal het zich inzetten om een dergelijke benadering naar andere over te brengen.
De CARICOM-statenvertegenwoordiger sloot af, door zich in te zetten voor de ontwikkeling van de energie-industrie op een dusdanige manier waarbij mensen op de eerste plaats komen, het milieu wordt beschermd en de belangen van toekomstige generaties worden behartigd. Om de voordelen van deze aanpak te maximaliseren, stelden ze dat sterke, strategische en hernieuwde regionale samenwerking nodig zal zijn en dat iedereen zich daarvoor dient in te zetten.