SURINAME EN INDIA OP ÉÉN LIJN, CHINA TERUGHOUDEND

Suriname heeft zijn bilaterale schuldherschikking met India gefinaliseerd, dit liet president Chandrikapersad Santokhi vorige week weten. Het gaat hier om een bedrag van ruim USD 39 miljoen.  De overeenkomst over de resterende faciliteiten is tijdens het staatsbezoek van president Droupadi Murmu aan ons land afgerond.  “De schuldherschikking met India was van primair belang om akkoord te krijgen voor het herziene programma van het Internationaal Monetair Fonds’’, zei president Santokhi in januari dit jaar tijdens een persconferentie waarin hij een uiteenzetting gaf over zijn werkbezoek aan India.  ‘’De schuldherschikking tussen Suriname en alle schuldeisers is een onderdeel van het IMF-programma. De gesprekken moeten zodanig resultaat opleveren overeenkomstig de richtlijnen van het fonds’’, aldus de president.  India en China behoren tot de grootste bilaterale schuldeisers van Suriname. Over de schuldherschikking met China is al geruime tijd vertraging en het lijkt er zelfs op dat China opzettelijk draalt, omdat het het gemunt heeft op onze olie-inkomsten. Santokhi zal binnenkort ook voor een staatsbezoek afreizen naar de Volksrepubliek China. Dit doet het staatshoofd natuurlijk niet zomaar en wij nemen aan, dat hij dan de brief van de Chinese regering zal krijgen waarin gesteld wordt dat zij het eens is met de parameters van de debt sustainability analyse, die is uitgezet in het herstructureringsprogramma voor Suriname. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft zeer recent ook laten weten, dat het nauw samenwerkt met de Surinaamse autoriteiten om hun financieringsprogramma terug te krijgen, terwijl het op zoek is naar vooruitgang in de regeringsbesprekingen met China.

Toen ex-minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning tegenover De West in 2021 verklaarde, dat de afspraken met het IMF afhankelijk waren van de Chinese schuldeisers, dachten wij dat het wel goed zou komen. Sinds die tijd wilde het IMF een schrijven van de Chinese schuldeisers, waarin zij duidelijk stelden, dat zij zullen meewerken aan het herstructureringsprogramma van Suriname. We zijn inmiddels ruim twee jaar verder, hebben een nieuwe minister van Financiën, maar tot nu toe hebben wij die bewuste brief niet ontvangen van de Chinezen. China draalt en wij moeten maar wachten. Suriname heeft wel zoveel andere ‘kraaltjes en spiegeltjes’ ontvangen van China, maar die bewuste brief is ergens blijven steken. Onlangs heeft minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, overleg gevoerd met ambassadeur Han Jing van de Volksrepubliek China, omtrent de status van de huidige schenkingsprojecten van China op het gebied van huizenbouw, het Safe City Project, landbouwtechniek en -productie. Het laatste betreft de introductie van nieuwe gewassen met training en begeleiding van de betrokken actoren. Wij zijn van mening dat dit gewoon ‘cadeautjes’ zijn die zand moet strooien in onze ogen.

De houding van China is overduidelijk en wij zijn absoluut niet verrast dat China een dubbele agenda heeft. Uit een analyse van Associated Press (AP) van een tiental landen met de meeste schulden aan China, bleek dat het terugbetalen van die schulden een steeds groter deel van de belastinginkomsten opslokt die nodig zijn om scholen open te houden, elektriciteit te leveren en te betalen voor voedsel en brandstof. Landen in de analyse van AP, hebben maar liefst 50 procent van hun buitenlandse leningen uitstaan bij China en de meeste besteden meer dan een derde van de overheidsinkomsten aan het afbetalen van buitenlandse schulden. Dit fenomeen is niet vreemd voor ons land en wij zijn er bijna zeker van dat ons land ook hieronder gebukt gaat. De onwil van China om grote verliezen te nemen op de honderden miljarden dollars die het tegoed heeft en waarop het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank hebben aangedrongen, heeft veel landen in een tredmolen gebracht van het terugbetalen van rente, wat de economische groei verstikt die hen zou helpen bij het betalen van hun schuld. De analyse van AP is heel bekend en ook in ons land ziet het er niet rooskleurig uit. De vraag is wat wij nu kunnen verwachten, aangezien we inmiddels weten dat China een grote geldschieter is voor ontwikkelingslanden die moeite hebben om hun schulden van het Belt and Road Initiative (BRI) terug te betalen.  Het vermoeden blijft bestaan, dat de Chinezen azen op onze offshore olie en dat is het meest cruciale voor onze toekomstperspectieven. Dit is ook duidelijk als we kijken naar ons buurland en de documentaire van VICE, waar de vicepresident van Guyana wordt beschuldigd van corruptie. Wat de bouw van de brug over de Corantijnrivier betreft, het grootste deel van de bedrijven dat zich heeft ingeschreven, bestaat uit Chinezen met als dekmantel een Surinaamse of Guyanese partner. Wij moeten op onze hoede blijven, want anders belanden wij in een China debt trap!