“De overheid verklaart dat de mannen tijdens een vuurgevecht met de politie dodelijk zijn geraakt. Foto’s, ooggetuigen en de lijken, tonen een ander beeld. Het ziet er naar uit dat de mannen zijn doodgeschoten”, dit verklaarden de nabestaanden van Ivanildo Dijksteel en Martinus Wolfjager, tijdens een gisteren gehouden persconferentie van de Stichting Inheems Collectief (ICSUR) in het centrum van C-47.

De familie eist een forensisch onderzoek inzake het autopsierapport. Het bevreemdt de familie ernstig, dat terwijl de mannen in een uitgegeven verklaring werden uitgemaakt voor criminelen, de overheid wel bereidwillig is de begrafeniskosten te dekken.

De nabestaanden zeggen verder dat de mannen nimmer bewapend waren bij hun aanhouding en dat er dus niet kan worden gesproken van een vuurgevecht. Ook is er geen bewijs dat de mannen op de politie geschoten zouden hebben en zich hebben verzet tijdens hun aanhouding. Zij zeggen dat er bewust een ander beeld geschetst wordt over de situatie. Voorts stelt het Openbaar Ministerie zich terughoudend op volgens de familie, hetgeen nog meer twijfels oproept.

De inheemsen vertellen moe te zijn van de situatie met betrekking tot de grondenrechten. Volgens hen streden de mannen voor erkenning, aangezien zij al jaren om aandacht hiervoor vragen zonder resultaat, en dat zij op een lafhartige wijze het leven moesten laten. Volgens de woordvoerders op de voormelde persconferentie, weigert de staat de vonnissen uit te voeren die de grondenrechten van inheemsen regelen, maar probeert een nationale wet te maken die het grondenrechtenprobleem moet lossen. Maar in zijn huidige vorm, plaatst die wet inheemsen en tribalen in een nadeligere positie.