Tot op heden heeft China reddingsleningen uitgevoerd in 22 landen, waaronder Argentinië, Wit-Rusland, Ecuador, Egypte, Laos, Mongolië, Pakistan, Suriname, Sri Lanka, Turkije, Oekraïne en Venezuela. De uitstaande schuld van Suriname aan China was tot vorig jaar nog ruim USD 550 miljoen. Deze schulden zijn gemaakt tussen 2008 en 2016 voor onder meer woningbouw, infrastructuur en breedbandnetwerk. Toen ex-minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning tegenover De West in 2021 verklaarde, dat de afspraken met het IMF afhankelijk waren van de Chinese schuldeisers, dachten wij dat het wel goed zou komen. Sinds die tijd wilde het IMF een schrijven van de Chinese schuldeisers, waarin zij duidelijk stelden, dat zij zullen meewerken aan het herstructureringsprogramma van Suriname. We zijn inmiddels ruim twee jaar verder, hebben een nieuwe minister van Financiën, maar tot nu toe hebben wij die brief niet ontvangen van de Chinezen. Suriname heeft wel zoveel andere ‘kraaltjes en spiegeltjes’ ontvangen van China, maar die bewuste brief is ergens blijven steken.
China is tot nu toe onze grootste schuldeiser en het IMF wil een schrijven, waarin de Chinese regering duidelijk aangeeft, dat het zij het eens is met de parameters van de debt sustainability analyse die is uitgezet in het herstructureringsprogramma voor Suriname. De schulden van Suriname aan China zijn zo enorm dat je zou kunnen stellen, dat China ons bij de ballen heeft. President Santokhi hoopt binnenkort gesprekken te voeren met president Xi Jinping van de Volksrepubliek China, om de bilaterale schuldsanering af te handelen. Ons staatshoofd gaat naar China afreizen, en wij hopen dat hij eindelijk de ‘brief’ zal krijgen waarop de regering sinds haar aantreden wacht.
Uit een analyse van Associated Press (AP) van een tiental landen met de meeste schulden aan China, bleek dat het terugbetalen van die schulden een steeds groter deel van de belastinginkomsten opslokt die nodig zijn om scholen open te houden, elektriciteit te leveren en te betalen voor voedsel en brandstof. Landen in de analyse van AP, hebben maar liefst 50% van hun buitenlandse leningen uitstaan bij China en de meeste besteden meer dan een derde van de overheidsinkomsten aan het afbetalen van buitenlandse schulden. Dit fenomeen is niet vreemd voor ons land en wij zijn er bijna zeker van dat ons land ook hieronder gebukt gaat. Dit dankzij onze Boefdraad, die tot op heden spoorloos is. Deskundigen voorspellen dat tenzij China zijn standpunt over zijn leningen aan arme landen begint te verzachten, er een golf van meer wanbetalingen en politieke omwentelingen kan komen.
De onwil van China om grote verliezen te nemen op de honderden miljarden dollars die het tegoed heeft en waarop het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank hebben aangedrongen, heeft veel landen in een tredmolen gebracht van het terugbetalen van rente, wat de economische groei verstikt die hen zou helpen bij het betalen van hun schuld. De buitenlandse kasreserves zijn gedaald in tien van de twaalf landen in de analyse van AP, een gemiddelde daling van 25% in slechts een jaar tijd. De analyse van AP is heel bekend en ook binnen onze situatie ziet het er niet rooskleurig uit. De vraag is wat wij nu kunnen verwachten, aangezien we nu inmiddels weten dat China een grote geldschieter is voor ontwikkelingslanden die moeite hebben om hun schulden van het Belt and Road Initiative (BRI) terug te betalen. Tegen 2022 had de Chinese centrale bank – de People’s Bank of China (PBOC) haar swapline-netwerk gebruikt om USD 170 miljard aan noodliquiditeitssteun te bieden aan centrale banken over de hele wereld. Leningen aan centrale banken van de PBOC hebben geleid tot een nieuwe reeks toezichtuitdagingen voor kredietbeoordelaars en internationale instellingen die toezicht houden op de toereikendheid van de deviezenreserves en de niveaus van blootstelling aan de overheidsschuld. Er is geen gecentraliseerde bron van informatie of gegevens over leningen op PBOC-swaplijnen. De PBOC maakt niet vrijwillig gegevens op landenniveau bekend over leningen in het kader van valutaswapovereenkomsten met andere centrale banken. Evenmin publiceren de Chinese staatsbanken, commerciële staatsbanken en staatsbedrijven gedetailleerde informatie over hun betalingsbalanskredietactiviteiten per land. Om gegevens over PBOC-leningen op swaplijnen te verzamelen, beoordeelde het onderzoeksteam systematisch de jaarverslagen en financiële overzichten van elke centrale bank die een valutaswapovereenkomst met de PBOC heeft ondertekend en verzamelde gegevens over opnames en uitstaande bedragen onder deze overeenkomsten.