Afgelopen week werd tijdens een persconferentie van de inheemsen kenbaar gemaakt, dat de regering zelf werkt aan burgerlijke ongehoorzaamheid. Dit nadat er na het incident van 2 mei te Pikin Saron, harde afspraken zijn gemaakt. Zo zouden de werkzaamheden aldaar tijdelijk worden stopgezet. De regering kiest er daarentegen nu voor de ondernemers te begeleiden uit het gebied, door het Nationaal Leger (NL) in te zetten. Wassen de dorpskapiteins hun handen in onschuld voor hetgeen nog komen kan? We weten van deze groep dat er een stilte aan de storm vooraf gaat en dat zij stoutmoedig is. Moeten de ondernemers in het gebied op hun hoede zijn of moet de regering voorzichtig zijn? Zal de groep nu naar de stad trekken om een duidelijk signaal te geven?
In ieder geval is duidelijk, dat de regering wederom heeft gefaald door een loopje te nemen met deze opstandige groep. Bovendien zijn de jachtgeweren waarmee de mensen in hun voedselvoorziening moeten voorzien, in beslag genomen. Dat wil zeggen dat je als regering bewust bezig bent, en dat je verwacht dat ze met lede ogen toekijkt hoe rijkdom uit het gebied wordt weggedragen en zij er uiteindelijk niets aan verdient.
Ook het feit dat de groep in groten getale naar de stad is gekomen om haar standpunt duidelijk te maken en een signaal heeft gegeven aan de regering dat zij het niet langer pikt, worden terzijde geschoven. De arrogante houding van deze regeercombinatie zal haar zeker nadeel opleveren en zal inderdaad leiden tot burgerlijke ongehoorzaamheid.
Niet eens het onderzoek dat is gevraagd door de groep, met betrekking tot de dood van de twee inheemsen wordt naar verluidt, door het Openbaar ministerie bespoedigd. Als ondernemers het leven hadden gelaten, zou men nu reeds veel meer weten over het incident. Men zal wederom de put willen dempen wanneer het kalf verdronken is.