Suriname heeft een hoeveelheid van minimaal 500 miljoen vaten nodig offshore, voor een Final Investment Decision (FID) van de oliemaatschappijen die momenteel data aan het verzamelen zijn. Volgens Patrick Pouyanné, CEO van TotalEnergies, is 2023 een belangrijk jaar voor Suriname, aangezien het bedrijf zijn olie-pool offshore wil consolideren. Sprekend over de activiteiten van het bedrijf, legde Pouyanné uit, dat er dit jaar een taxatieput gepland staat. TotalEnergies heeft volgens de CEO gewerkt aan het identificeren van een olie-pool met een lagere CGR (condensaat-gasverhouding) om een efficiënte ontwikkeling mogelijk te maken. Tot nu toe heeft TotalEnergies echter met succes twee ontdekkingen gecombineerd om een pool van ongeveer 500+ miljoen vaten olie te creëren. Dit is natuurlijk goed nieuws, want de regering had al sinds vorig jaar gehoopt dat er een FID zou komen vanuit de oliemaatschappijen die offshore zoeken naar winbare olie. Verder zegt Pouyanné, dat de eerste twee evaluatieputten van deze ontdekkingen positief waren, en nu de laatste oliebron binnenkort zal worden geboord, hoopt het bedrijf dat het 600-650 miljoen vaten olie zal bereiken. Zodra deze mijlpaal is bereikt, zei hij dat TotalEnergies klaar zal zijn om naar de volgende ontwikkelingsfase te gaan. Aangezien Suriname op het punt staat uit te groeien tot een belangrijke speler in de wereldwijde olie-industrie, zullen de verwachte investeringen van TotalEnergies in het land waarschijnlijk aanzienlijke voordelen opleveren voor zowel het bedrijf als de Surinaamse economie.
IMF
Gelukkig voor ons is het IMF-programma dat momenteel wordt uitgevoerd, niet gebaseerd op deze toekomstige inkomsten uit de offshore olie. Suriname is naar verluidt voornemens om nog voor het einde van dit jaar te heronderhandelen met het IMF, omdat zij dan over data zal beschikken van de oliemaatschappijen waardoor het programma aangepast kan worden. Indien het de Surinaamse regering lukt, kunnen de inkomsten uit de olie-industrie als ‘verzekering’ worden ingezet om bepaalde grote schulden af te lossen en daarbij kan het strakke IMF-programma dat binnen drie jaar moet worden uitgevoerd over een langere periode worden uitgesmeerd. Dit betekent voor de Surinaamse samenleving dat de thans harde maatregelen die momenteel worden doorgevoerd, enigszins teruggebracht kunnen worden. Wij zijn van mening dat de regering de huid niet moet verkopen voordat de beer geschoten is, maar het ziet ernaar uit dat zij weinig keuze heeft, gezien de situatie in het land alleen verder achteruit gaat als zij geen drastische stappen onderneemt. Het is belangrijk niet te vergeten dat het exploiteren van olievelden niet zonder risico’s is. De Surinaamse overheid moet daarom voorzichtig zijn bij het nemen van beslissingen en ervoor zorgen dat het land de maximale voordelen uit deze olie-inkomsten haalt, terwijl tegelijkertijd de negatieve effecten worden geminimaliseerd. Toch biedt de ontdekking van deze olievelden grote mogelijkheden voor Suriname, vooral omdat wij momenteel te maken hebben met een economische crisis en een hoge schuldenlast.
Tot op heden zijn er reeds projecties gemaakt van de olieproductie op zee, die ook in de aankomende FID zullen worden opgenomen. De Sapakara- en Krabdagu-putten voor de kust hebben momenteel al voldoende aangetoonde reserves om voor de komende 25 jaar een output van 175.000 vaten olie per dag te hebben. Dit is tien keer meer dan wat Staatsolie Maatschappij Suriname momenteel produceert. Er wordt overwogen om beide olievelden samen te voegen voor exploitatie. Gedurende deze 20 tot 25 jaar zal de staatskas ongeveer USD 15 miljard ontvangen, wat aanzienlijk meer is dan de 4 miljard USD die Staatsolie in haar 40-jarig bestaan aan de staat heeft afgedragen. Met deze fenomenale verwachte extra inkomsten uit de offshore activiteiten en de mogelijkheid dat er nog meer olie op zee wordt ontdekt, houdt de Surinaamse overheid de optie open om nog dit jaar de aflossingsdeal met het IMF en het herstelprogramma te bespreken.
De hoop voor Suriname is versterkt door het reeds aangekondigde nieuws van Apache, die onlangs een succesvolle boring en stromingstest van de Sapakara South-2-evaluatieput heeft gedaan. Apache liet weten, dat er 35 meter netto olie werd gevonden in wat werd beschouwd als een reservoir van hoge kwaliteit. Stroomtest- en drukgegevens geven aan dat er meer dan 200 miljoen vaten olie aanwezig zijn, wat aanzienlijke middelen toevoegt aan elke geplande ontwikkeling. Die resultaten volgens de CEO van Apache, John J. Christmann IV, bevestigen de pre-drill-verwachtingen van het bedrijf, evenals geologische, geofysische en reservoirmodellen. Dat komt na de aankondiging in juni 2022 van succesvolle stroomtesten van de Krabdagu Discovery Well en de Sapakara South-1 taxatieput in november 2021. Keerpunt vraagt zich af of deze resultaten ervoor zullen zorgen dat Apache eerst een FID zal geven aan Suriname. Momenteel heeft de maatschappij het beoordelingswerk aan Blok 58 voortgezet. De Krabdagu-2-beoordeling werd geboord ten tijde van het persbericht van Apache in februari en zal worden gevolgd door de Krabdagu-3-put die volgens de planning in februari 2023 zou worden gespudd. Als Apache en TotalEnergies doorgaan, is het te verwachten dat de FID voor Blok 58, volgend jaar zal worden gemaakt. De tijd dringt voor Suriname om met succes het aanzienlijke oliepotentieel dat offshore ligt te exploiteren naarmate de drang om de wereldeconomie koolstofvrij te maken aan kracht wint. Dit wordt versterkt door de strikte fiscale voorwaarden van de olieproductieovereenkomsten van Suriname en de politieke instabiliteit in het land.