CHINA OF IMF?

Onlangs stelde de ex-voorzitter van de VES, Winston Ramautarsing, dat indien Suriname niet zou hebben aangeklopt bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de kans heel groot was dat Suriname op de veiling zou belanden. Volgens Ramautarsing had Suriname weinig keus, omdat het zijn schulden niet kon betalen. “Het risico bestond dat onze luchthaven, de haven en stuwdam zouden worden geveild”, benadrukte Ramautarsing.

Keerpunt weet dat met name (lucht)havens, zeer geliefd zijn bij schuldeisers zoals China. Ramautaring haalde aan, dat als de regering niet naar het IMF was gestapt, Suriname geconfronteerd zou worden met schuldeisers zoals Oppenheimer, China en India, die hun geld zouden opeisen. Maar omdat de regering zich gecommitteerd heeft aan een IMF-programma, is er vertrouwen bij deze schuldeisers ontstaan dat Suriname op termijn uit de problemen komt en kan terugbetalen.

Ramautarsing gaf aan dat de investeringen in Suriname niet op zichzelf staan, hetgeen wij kunnen beamen, want in het laatste decennium zijn voornamelijk infrastructuurinvesteringen onderdeel geweest van het wereldwijde Belt and Road Initiatief (BRI), waarbij in meer dan 150 landen, infrastructuur en verbeterde handelsroutes, tot een verstevigd netwerk hebben bijgedragen voor China.

Ramautarsing noemde Afrika, waar bezittingen van de staat in handen van China zijn gekomen, omdat ook daar de schulden niet konden worden betaald. Nu zit de regering in de positie, dat zij moet voldoen aan het IMF-herstelprogramma, anders zal de volgende tranche uitblijven.

De keus is snel gemaakt, want wij hebben nu alle feiten voor ons als land en het is het IMF of China.

De keus is snel gemaakt als we nagaan wat ons track record is. We moeten niet vergeten dat in 2019 de presidenten Xi Jinping en Bouterse, het strategisch samenwerkingspartnerschap China-Suriname aankondigden, waarmee ze Suriname voegden in het Belt and Road Initiative. Peking is de grootste schuldeiser van Suriname, dat vanaf 2019 ongeveer USD 2,4 miljard aan leningen heeft uitstaan, waarvan USD 1 miljard aan China.

De samenwerking tussen beide landen is in de afgelopen jaren door opeenvolgende regeringen voortgezet. Suriname ging leningen aan bij de Export-Import Bank of China, de Industrial and Commercial Bank of China en de China Dalian International Cooperation. We denken dan aan de woningbouwprojecten, de aanleg van wegen (Bouterse-Highway), het kaalkappen van onze bossen, de aanleg en het reconditioneren van verschillende hoofdwegen. Om te beginnen bezitten Chinese bedrijven meer dan de helft van de houtconcessies in ons land en dat is duidelijk te merken aan de hoeveelheid rondhout die wordt verscheept naar China. Hetzelfde patroon is reeds vastgesteld in ons buurland Guyana. Dit hebben we onlangs ook gezien op YouTube, in een documentaire van VICE ‘Guyana for Sale’, waarin vicepresident Bharrat Jagdeo wordt beschuldigd van corruptie en samenwerking met Chinese ondernemers voor grote projecten. De documentaire heeft in Guyana voor behoorlijk wat tumult gezorgd, aangezien journalisten undercover informatie hebben kunnen achterhalen voor de onderbouwing van het verhaal met beeld en geluidsmateriaal.

In het programma werd ook duidelijk naar voren gehaald dat China, dat de op één na grootste supermacht ter wereld is, een snelgroeiende aanwezigheid heeft in Guyana, waarvan een groot deel wordt toegeschreven aan infrastructurele projecten, waarvan China de grootste financier is. Er werd verwezen naar China’s Belt and Road Initiative. Keerpunt hoopt dat de Surinaamse regering een juist beeld heeft van China, zodat zij weet wat ons te wachten staat als we niet waakzaam blijven voor Chinese ‘investeerders’. Wij moeten goed onthouden dat niets gratis is en alles uiteindelijk een prijs heeft. Alle gestes, donaties en zogenaamde liefdadigheidshandelingen moeten wij goed in de gaten houden, want we kunnen nu nog zeggen, dat we een gezegend land zijn, maar dat zal niet lang zo blijven als we geïnfecteerd raken met parasieten, bloedzuigers en andere vernietigende entiteiten die komen in de vorm van grote geldbedragen, die onder de noemer ‘investeringen’ vallen, maar gewoon gedekte steekpenningen zijn voor corrupte leiders.Onlangs is China naar voren gekomen als geldschieter in laatste instantie voor ontwikkelingslanden die moeite hebben om hun schulden van het Belt and Road Initiative (BRI) terug te betalen.

Volgens een nieuwe studie door onderzoekers van AidData, de Wereldbank, de Harvard Kennedy School en het Kiel Institute for the World Economy, heeft Beijing de noodhulpleningen aan soevereine leners in financiële nood of regelrechte wanbetaling, drastisch uitgebreid.

Analyse van een nieuwe dataset toont aan dat China tegen eind 2021, 128 reddingsleningen had uitgevoerd in 22 debiteurenlanden ter waarde van 240 miljard USD. In de studie wordt gesteld dat China bailout-fondsen heeft doorgesluisd naar landen met lage deviezenreserves en zwakke soevereine kredietwaardigheid. Tot op heden heeft het reddingsleningen uitgevoerd in 22 landen, waaronder Argentinië, Wit-Rusland, Ecuador, Egypte, Laos, Mongolië, Pakistan, Suriname, Sri Lanka, Turkije, Oekraïne en Venezuela.

Om de reddingsleningen van deze extra schuldeisers systematisch te volgen, gebruikte het onderzoeksteam AidData’s Tracking Underreported Financial Flows (TUFF)-methodologie om alle leningen te identificeren die tussen 2000 en 2021 waren uitgegeven door Chinese staatsschuldeisers. Lage-inkomenslanden en middeninkomenslanden gebruiken deze overheidsleningen om (a) bestaande schulden terug te betalen, (b) algemene begrotingsuitgaven te financieren en/of (c) deviezenreserves te versterken. WE ARE WARNED!

More
articles