Niet iedereen weet het, maar iedereen merkt het wel, dat zodra de tarieven voor benzine en diesel worden verhoogd, de prijzen voor goederen en diensten overal ook de lucht in gaan. En dat is over de gehele wereld het geval en heeft enorme invloed op het algehele economische gebeuren. Het is dan ook gebruikelijk dat wanneer de zogeheten pompprijzen de lucht ingaan, ook de wrevel bij de algehele samenleving toeneemt en men dan gaat protesteren en van de overheid verlangt, dat benzine- en dieselprijzen weer omlaag moeten.
Een eis die niet zo gemakkelijk zal kunnen of worden ingelost, omdat die vaak genoeg zwaar extern wordt beïnvloed. Dat wil zeggen, dat de hoogte van brandstofprijzen afhangt van buitenlandse marktwerking en prijsfluctuaties. Wanneer we ineens zien dat brandstof bij de pomp hoger is afgesloten per liter, dan heeft dat allemaal te maken met de wereldmarktprijs voor een barrel ruwe aardolie op de verschillende aardoliemarkten. Bij een stijging van een barrel aardolie, gaat ook gelijk de verkoopwaarde van een liter geraffineerde ongelode benzine omhoog en ook die voor een liter diesel. Alle landen die brandstof importeren om hun economie goed draaiende te houden, zullen dan ook meer voor brandstof moeten betalen. Suriname is daar geen uitzondering op. Wanneer een schip met brandstof naar Suriname vaart, wordt de prijs door de oliemaatschappij voor die lading bepaald. Het kan dan best zo zijn dat de literprijs voor diesel en benzine hoger uitvalt en dat zien we dan ook gelijk bij de pomp. Autobezitters moeten dan ook veel meer betalen om aan gasoline of diesel te komen. Het is begrijpelijk dat men zeer boos wordt wanneer de brandstof wederom duurder is geworden, maar dat is niet de schuld van de regering. Door de oorlog in Oekraïne, is er wereldwijd een tekort aan brandstof ontstaan en hebben bijvoorbeeld de Arabische landen, die tot de grootste leveranciers van aardolie behoren, besloten hun productie niet te verhevigen. Vraag en aanbod zijn daar onmiddellijk op gaan inspelen en dat heeft tot gevolg gehad, dat prijzen van aardolie en aardgas behoorlijk zijn gestegen. Deze funeste ontwikkeling heeft ervoor gezorgd dat overall ter wereld, de prijzen voor goederen en diensten hoger zijn geworden. Zelfs basisvoedingswaren zijn wereldwijd in prijs gestegen. Het is dan ook geen wonder dat door de oorlog in Oekraïne, in veel landen de armoede vreselijk is toegenomen. Wie het wereldnieuws goed weet te volgen, zal zien dat niet alleen in Suriname er een ernstige crisis heerst sinds 24 februari 2022 – de dag waarop Rusland met zijn invasie van Oekraïne begon. De vraag naar brandstoffen is de laatste anderhalf jaar enorm toegenomen, maar het aanbod laat te wensen over. Het is dan ook niet vreemd dat de prijzen voor een barrel aardolie internationaal behoorlijk aan schommelingen onderhevig zijn. Wij moeten dan niet rekenen op enorme dalingen van de prijzen voor diesel en gasoline. Zolang de oorlog in Oekraïne voortduurt, zullen er onzekere tijden zijn voor wat betreft de brandstofvoorziening en haar prijzen. Het is daarom heel goed de prijzen voor brandstof te vergelijken met onze buurlanden. Een snelle berekening laat ons zien dat in Frans-Guyana en Guyana, de brandstof voor diesel en gasoline hoger liggen en dat er daarom sprake is van brandstofsmokkel, vooral naar Frans-Guyana, waar de overheid tot op dit moment, er geen moer aan doet die tegen te gaan. En dan hebben we natuurlijk van die lieden die op manipulatieve wijze schreeuwen dat de brandstofprijzen omlaag moeten, terwijl ze heel goed weten dat de hoge brandstofprijzen regelrecht in verband staan met onze zwaar gedeprecieerde nationale munt, de SRD. En dat we met ons afgewaardeerde munt en verloren koopkracht, niet in staat meer zijn volop te tanken. Een verhoogde brandstofprijs, verminderde koopkracht en gedeprecieerde munt, de SRD, heeft momenteel een zeer nadelige werking op elke automobilist die zich toch dagelijks moet verplaatsen, maar het heeft helemaal geen zin te roepen dat de brandstofprijzen omlaag moeten. Gasoline en diesel moeten met dollars of euro’s betaald worden en als we als land dat geld niet kunnen opbrengen, dan wordt de ellende pas echt goed zichtbaar en kan de economie totaal instorten. Vooraanstaanden met een maatschappelijke verantwoordelijkheid moeten goed voorlichtend bezig zijn en het volk precies vertellen wat er speelt en waarom het nu niet mogelijk is, brandstofprijzen betaalbaar te maken of houden. Ook moet men het volk vertellen, waar de verhoogde prijzen aan liggen en hoe die tot stand komen. Wat men ook niet achterwege moet laten het volk voor te houden, is dat Suriname een munt heeft met een zeer lage wisselwaarde en dat daarom de benzine en diesel duurder moeten worden afgerekend. Ook moet men vertellen, waarom alles duurder is geworden en wat de oorzaak daarvan is en wie dat allemaal in de hand heeft gewerkt. Pas wanneer men heel eerlijk is en de zaken goed uitlegt, kunnen we gezamenlijk gaan werken aan oplossingen. Al die lui die voortdurend schreeuwen dat de overheid de schuldige is van de hoge prijzen voor brandstof en goederen en diensten, moeten hun manipulaties achterwege laten, want ze zijn met heel andere politieke en malafide belangen bezig. Eerlijkheid duurt nog altijd het langst.