OLIEREKENING NOG STEEDS HEET HANGIJZER

De brandstofprijzen worden de afgelopen weken bij de verschillende oliemaatschappijen volgens een nieuw systeem berekend. Dit systeem van de overheid heeft betrekking op een berekening van de pompprijs per lading die binnenkomt, waardoor de verkoopprijs steeds zal verschillen. We hebben daarom gemerkt dat de prijzen bij de oliemaatschappijen SOL en Rubis in vergelijking met GOw2, ruim een paar SRD’s hoger zijn, vanwege vrachtkosten en invoerrechten die betaald moeten worden. De pompprijs is inclusief BTW. Met deze calculaties is de prijs naar wij vernemen, bij de pomp marktconform geworden en hoeft de overheid niet meer op elke liter te subsidiëren. De brandstofprijzen waren tot begin januari een onderwerp van ge-sprek tussen de oliemaatschappijen en de regering. Keerpunt verneemt dat hoewel de huidige dieselprijs nu wel markconform is, de overheid nog steeds een behoorlijke schuld moet betalen aan de oliemaatschappijen. Tot vorig jaar liet de regering weten, dat zij per maand een bedrag van ruim SRD 400 miljoen subsidieerde aan brandstof. Dit bedrag lag eerst rond de SRD 100 miljoen, maar de regering stelde steeds de verhoging van de dieselprijs uit, waardoor het verschil tussen de dieselprijs in onze buurlanden steeds groter is geworden, met als gevolg dat de smokkel ook toenam. Deze vorm van besluiteloosheid heeft de staat miljoenen gekost die anders geïnvesteerd konden worden. Volgens het IMF-programma, moest de regering vanaf vorig jaar alle subsidies, waaronder die van benzine afbouwen, maar tot op heden is de prijs bij de pomp dan wel marktconform, maar de bus- en boothouders krijgen nog steeds brandstofsubsidie, hoewel zij hun tarieven hebben aangepast. De prijs van 1 liter diesel lag vorig jaar een aantal maanden rond de SRD 19.87, terwijl die allang verhoogd moest worden, waardoor de staat een paar honderd miljoen per maand voor de verkoop van diesel bij de pomp subsidieerde. Het gesubsidieerde bedrag werd naar verluidt, voorgeschoten door de oliemaatschappijen, waardoor een enorme olierekening is ontstaan. Keerpunt verneemt, dat dit ook een van de redenen is dat de wisselkoers de afgelopen weken op bepaalde momenten drastische stijgingen heeft vertoond, omdat een grote hoeveelheid SRD’s wordt gewisseld naar US-dollars, zodat leveranciers in het buitenland kunnen worden betaald. Wij begrijpen daarbij dat de buitenlandse leveranciers hun geld willen ontvangen voor de geleverde brandstof, maar wij vragen ons af, wat er is gebeurd met de retentieregeling van de overheid. Volgens deze regeling zijn exporteurs van goud en producten, volgens de Centrale Bank van Suriname (CBvS), verplicht ten minste 35 procent van al hun opbrengsten binnen vijf dagen na invoer van die opbrengsten, ten verkoop aan te bieden aan een deviezenbank in Suriname, die correspondentrelaties heeft met buitenlandse banken. Deze maatregel werd genomen door de moederbank om te kunnen interveniëren op de valutamarkt, waardoor de wisselkoers langzaam naar beneden zou gaan. De retentieregeling moet wel ingezet worden en geen mooi verhaaltje vol loze woorden en beloften zijn. Deze regeling kan werken als die naar behoren wordt geïmplementeerd.

More
articles