Wat op vrijdag 24 maart een ware ‘Alles Plat’ actie had moeten worden, zagen we in de binnenstad als een normale werkdag. Het enige wat verschilde van de overige dagen waren de dranghekken, die de toegang tot het parlementsgebouw verhinderen. De politie was duidelijk zichtbaar en ook de verkregen donatiespullen waren duidelijk te zien.
Maar het is duidelijk dat de schrik er nog goed in zit bij de gemeenschap, want het opgekomen publiek was net genoeg om twee lijnbussen te vullen. De mensen zijn misschien moe en hebben zich erin berust dat ze de verkiezingen moeten afwachten, om verandering te brengen. Maar ook de strategie van de regering om te doen voorkomen dat er een heleboel zou kunnen gebeuren, blijkt te hebben gewerkt. De mensen zijn duidelijk de straat niet opgegaan, maar ook de winkeliers hebben dit keer hun have en goed beschermd. De service stations en andere ondernemingen hebben ook ervoor gekozen te sluiten.
Al met al kan gesteld worden, dat de ondernemers hun goederen niet hebben verloren, maar toch hebben verloren op basis van onkosten en verloren omzet. Maar ook de staat moet de overuren van de extra opgekomen manschappen dekken en dat gaat allemaal uit onze belastingcenten.