Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zal deze maand geen beoordeling doen van Suriname, omdat de uitvoeringscapaciteit van de overheid zeer traag verloopt. Dit verneemt de redactie uit meerdere betrouwbare bronnen. Naar de krant verneemt, worden beslissingen over belangrijke zaken voor zich uitgeschoven. Hierdoor zijn de voorwaarden waaraan Suriname moet voldoen vóór de review, niet behaald. De volgende boordeling zal pas in juni plaatsvinden. Suriname heeft hierdoor langer dan een jaar geen geld ontvangen van het IMF. De 1e en 2e tranche zijn wel overgemaakt in het eerste en tweede kwartaal. De 3e tranche zou in juni 2022 overgemaakt worden, maar die is tot nog toe uitgebleven.
Doelen
Steven Debipersad, voorzitter van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), zegt in gesprek met De West, dat er sinds vorig jaar een breuk is ontstaan tussen Suriname en het IMF. ‘’Nu wordt er gezegd, dat de beoordeling pas in juni zal plaatsvinden en dit hebben we al een paar termijnen gehoord. Het IMF zou eigenlijk al februari op bezoek komen en toen werd gezegd, dat het de maand erop zou gebeuren, vervolgens werd gezegd april”, aldus Debipersad. De IMF-missie zal volgens hem pas komen als Suriname zijn doelen heeft gehaald. ‘’En dan moeten we denken aan het afbouwen van de stroomsubsidies enzovoort, maar er staat niet binnen hoeveel tijd en daarom moet er een balans worden opgemaakt tussen inkomsten en uitgaven tot nu toe. Deze balans kan bijvoorbeeld tot en met eind januari worden opgemaakt. Daar zal een belangrijke maatregel worden opgenomen en dat is de introductie van BTW.
De tweede is een goed gekeurde begroting, maar als je door die begroting heen gaat, dan merk je dat er calculatiefouten zijn gemaakt.
Dit zal het IMF ook zijn opgevallen, want dit komt door een grote mate van slordigheid. De overheid belooft veel en de minister van Financiën heeft ook gezegd, dat hij het (geld, red.) bij de brede schouders zal zoeken, maar we zijn inmiddels een paar dagen verder, en er moet beleid worden ingezet om dat gat in de begroting te vullen’’, zegt Debipersad.
BTW
De implementatie en verwachtingen over de Belasting over de Toegevoegde Waarde (BTW), zijn volgens Debipersad nog steeds niet goed gecommuniceerd vanuit de overheid. “Of is de overheid al tevreden? De BTW zou miljarden moeten opleveren, maar ik weet niet of dat gehaald word. Feit is dat de overheid niet in staat is om de middelen te incasseren die zijn beloofd op papier. Dit betekent dat de overheid ook het geld niet heeft om te blijven subsidiëren, maar de bushouders willen een verlenging op hun tariefsubsidie en vervolgens de boothouders. De subsidies blijven doorgaan in plaats van dat men die afschaft. Hierdoor komen er steeds kosten bij, terwijl de overheid ook de sociale spanningen in wil dammen door nog SRD 1800 in de maand uit te keren aan sociaal zwakkeren. Hierdoor schuif je de subsidies steeds verder naar de toekomst, waardoor je nooit de gestelde doelen van het IMF zal behalen”, benadrukt Debipersad. Hij voegt eraan toe dat in januari was gezegd, dat de regering in april rond zou zijn met het IMF, ‘’maar dat is nu niet meer het geval’’. Debipersad stelt dat dit een duidelijk teken is, dat het behoorlijk rammelt binnen de economie en dat de overheid haar zaken niet op orde heeft. ‘’Het is niet correct om steeds te stellen dat de uitvoeringscapaciteit van de overheid niet goed is en de organisatie traag loopt. Wie moet het dan aanpakken?”
Imagoschade
Debipersad heeft voor het einde van 2022 gewaarschuwd, dat het assistentieprogramma (Extended Fund Facility, EFF) dat ons land sinds december 2021 is aangegaan met het Internationaal Monetair Fonds, niet goed loopt. “Het niet halen van achtereenvolgende doelen zorgt voor een spagaat bij de derde programmaevaluatie door het IMF. Met het uitblijven van de derde tranche die hieruit volgt, uit de IMF-lening van circa USD 600 miljoen, lijdt de regering imagoschade in binnen- en buitenland, door de bevestiging dat zij haar economisch beleid niet op orde heeft”, stelt Debipersad. De staatsbegroting voor 2023 die op 29 september door president Chandrikapersad Santokhi aan De Nationale Assemblee werd overhandigd, is volgens hem hier het zoveelste bewijs van. Debipersad: ‘’De regering kan door haar toezeggingen vanaf 2020, zowel nationaal als internationaal, niet onder de IMF-supervisie uit. De zegen van het IMF is nodig om uitstel van betalingen van de talrijke schuldeisers te krijgen. De regering heeft namelijk op meerdere momenten verklaard, niet eens het geld te hebben om haar renteverplichtingen na te komen. Een Plan B zonder het IMF, kan daardoor nog noodlottiger voor ons land uitvallen. De regering zou zonder het IMF-programma nog meer middelen uit de economie, denk aan huishoudens en bedrijven, moeten opsouperen voor haar schuldaflossing. Tevens maakt de regering goed gebruik van het IMF als zondebok om de vele negatieve uitkomsten van 2022 goed te praten, ook al wordt op nog grotere voet doorgegaan met subsidies.”
-door Gladys Findlay-