President Chandrikapersad Santokhi kreeg na zijn overweldigende verkiezingswinst in 2020, de kans om het al decennialang kwakkelende, maar potentieel rijke Suriname eindelijk op spoor te zetten voor versnelde ontwikkeling. De aanvankelijk veelbelovende president Santokhi blijkt na ruim drie jaar regeren, een wolf in schaapskleren te zijn. De vele loze beloften die hij tijdens de breed op gezette ‘Stem Slim’ verkiezingscampagne bezigde, om de stem van de niet traditionele kiezer voor zijn etnische partij; de Verenigde Hervormde Partij (VHP) te winnen, zorgen al een tijd voor een ernstige vertrouwensbreuk tussen hem en het volk. Santokhi beloofde namelijk om onder andere de hardnekkige en ge-institutionaliseerde corruptie in Suriname keihard aan te pakken, de economie weer op de rails te brengen met miljarden euro’s die hij zou binnenbrengen via de Surinaamse diaspora in Nederland en om de zwakke Surinaamse munt weer op het niveau van weleer te brengen. Achteraf is dat allemaal misleidende verkiezingsretoriek gebleken. De Surinaamse economie is sinds het aantreden van Santokhi in 2020 verder verslechterd en zelfs met behulp van het IMF heeft Suriname al drie jaar op rij een jaarlijkse inflatie van rond de 60 procent en de prijzen in de winkels stijgen onverminderd door.
Bij zijn aantreden als president bedroeg de koers van de Surinaamse dollar 17 SRD voor een euro. Momenteel is dat 35 SRD voor 1 euro en de stijging van de koers lijkt door het aanhoudende wanbeleid en de voortdurende corruptie niet meer te stoppen.
Om koste wat kost de NDP van de voormalige legerleider Bouterse buiten de regeringscoalitie te houden, sloot Santokhi een verbond met de ABOP van de zeer omstreden oud-rebellenleider en de voor drugshandel in Nederland veroordeelde Ronnie Brunswijk. Net als Santokhi stelde ook vicepresident Ronnie Brunswijk vrijwel alleen ondeskundige familieleden aan op hoge regeringsposten en tijdens een interview benadrukte hij ongegeneerd, dat ook zijn familie recht heeft op “eten”.
Ondanks vele verzoeken van verschillende maatschappelijke groeperingen aan de regering om de problemen in het land aan te pakken, gaf Santokhi niet thuis en bleef hij ongestoord op kosten van de Surinaamse belastingbetaler, zonder enig tastbaar resultaat voor het land, de wereld rondreizen met familie en vrienden in zijn kielzog. Het bewind van de regering Santokhi-Brunswijk werd daarom al vroeg getekend door protestacties die alleen maar bleven aanzwellen, met de recente beschietingen op vreedzame burgers en plunderingen van 17 februari 2023 als hoogtepunt tot nu toe.
Wie zou denken dat Santokhi eindelijk zou toegeven aan de smeekbedes van het volk om nu eindelijk een beter en socialer beleid te gaan voeren en zich verzoenend op te stellen, heeft het pertinent mis. Integendeel ging Santokhi door met de klopjacht op kritische burgers en schroomde hij er niet voor om met behulp van zwaarbewapende eenheden elke vorm van kritiek de kiem in te smoren. Om kracht bij de vervolging van kritische burgers toe te voegen, werden via het Meldpunt Informatie Anoniem (MIA) diverse opsporingsberichten naar buiten gebracht en gaan de arrestaties van deelnemers en activisten van de protestacties van 17 februari jl. onverminderd door.
Door deze dictatoriale handelingen en het structureel blijven toepassen van buitensporige geweld tegen de eigen burgers zijn de dagen van Santokhi geteld. Santokhi wordt door overgrote deel van de samenleving niet meer gedragen en in het doorgaans vredelievende Suriname is het best uniek en tegelijkertijd bedroevend dat een Surinaamse president zo wordt uitgescholden en gehaat door grote delen van de bevolking. De hardvochtige opstelling van Santokhi verhindert hem om als een volkspresident gezien te worden en om hem te doen beseffen dat de handelingen van hem en Ronnie Brunswijk grotendeels debet zijn aan de woede van het volk.
Om het vege lijf te redden, heeft president Santokhi een nieuw scenario bedacht en wil hij de komende weken een nationale dialoog starten. Met deze zogenaamde nationale dialoog denkt Santokhi weer een loopje te kunnen nemen met de intelligentie van de Surinaamse bevolking. Santokhi moet beseffen dat hij met zijn etnisch, repressief en corruptief beleid een exponent is van de oude corrupte politiek die ons land al decennialang gegijzeld houdt. De nieuwe opkomende generatie Surinamers duldt de oude patronagepolitiek absoluut niet meer en het is daarom te hopen dat de nieuwe bewegingen in Suriname niet in dit zoveelste scenario van Santokhi trappen, want (om)praten is zijn sterkste kwaliteit. Suriname moet en zal door wie dan ook, die na deze regering zal volgen, als een bedrijf worden bestuurd en alleen maar betrouwbare en professionele managers moeten accepteren, om het land eindelijk op een duurzame en vreedzame manier tot ontwikkeling te brengen.
Peter M Wolff
petermartinwolff@outlook.com