DE GOUDEN HANDTEKENING

Het begon met de beste intenties. De bank moest een toonbeeld van governance in de financiële wereld worden, met een ware C-suite: een brede directie, ingevuld naar expertises en ‘chiefs’ naar deskundigheid. Dat was niet alleen het resultaat van een bestuursvisie van de toenmalige Raad van Commissarissen, het was zo overeengekomen met de directie en onderdeel van nieuwe governance concepten, die uitgewerkt zouden worden. Gedacht werd aan een minstens vijfkoppig centraal bestuur, met ruimte voor risk, het banktechnische, het commerciële, innovatie en technologie en het financiële. Wie kon de visionaire betrokkenen een verwijt maken, in de horizon die men zich stelde: de bank was niet alleen winstgevend, maar een broedplaats van talent dat binnen vijf jaar nationaal de vleugels zou uitstrekken tot de toezichthouder (moederbank), de top van diverse bedrijven en meerdere hoofddirectiefuncties bij meerdere andere bankinstellingen.

Een paar jaar verder, echter, prijkt onder de meeste interne en externe communicatie nog maar een gouden handtekening. De man die naar inschattingen van headhunters, voor een uitzichtloos rekenbestaan was weggelegd en vrijwel alle ingrediënten miste, voor de eindverantwoordelijke functie, had zich met deals met thans voortvluchtigen en veroordeelden, ter waarde van miljoenen aan bancair onverantwoorde steun aan de overheid, een weg naar algemeen directeur weten te bemachtigen.

Met hetzelfde gemak waarmee de vorige regering gefaciliteerd werd, werden ook no document kredieten verstrekt aan staatsbedrijven, achterkamerakkoordjes gesmeed over zorginstellingen en critici intern weggedrukt. Dat alles met voldoende tijd om als persoonlijk adviseur en klankbord van zowel de Surinaamse president, de Surinaamse vicepresident als menigeen Guyanese politicus of grootondernemer, effectief te profileren op een plaats waar het commercieel bankwezen, normaal gesproken, niets te zoeken heeft.

Intern werd een symbiose aangegaan met een statutair geëxpireerde president-commissaris, extern werden controversiële zakenlieden en dubieuze stichtingen geholpen aan gekwalificeerde meerderheden en het plan werd beraamd en uitgevoerd tot kruislingse benoemingen en sabotages, om tot een hand geselecteerde raad van commissarissen te komen.

Een grote exodus aan topfunctionarissen werd in een sfeer van rancune en afrekeningen kracht bij gezet, terwijl zowel klokkenluiders als slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag, dag in, dag uit geteisterd werden door de persoonlijke grillen en angstcultuur, door de directeur in kwestie aangewakkerd en in stand gehouden.

De persoonscultus kon hoogtij vieren, omdat de prijs van politieke invloed en politieke inmenging enerzijds grif betaald werd, terwijl bankopdrachten op de rand van illegaliteit en ver voorbij de donkerste tinten van grijs, voor dezelfde tarantula’s die Suriname al decennia in de wurggreep hielden, van de gouden handtekening voorzien werden.

Waarom zou men ook anders? Waar de moederbank de puntigste spijkers op de laagste der wateren aan scherpte voor internationaal gevierde bankiers, werd voor de gouden tekenaar, zonder weerga een rode loper, strekkend voorbij iedere horizon gelegd, als het om zijn bestuur en zijn positie ging.

En ook nu weer komt de minister aankloppen met een wens en een verzoek: schuif de wetboeken van burgerlijk procesrecht, de verlofbeschikkingen en vonnissen van de burgerrechter en zelfs het Wetboek van Strafrecht opzij en geef toegang tot rekeningen waar beslag op ligt.

De gouden tekenaar heeft de stormen niet langer overleefd dan anderen en opportunisme en sociopatie niet tot kunst verheven, om de tijdelijkheid en vergankelijkheid van illegaliteit, niet met list en voorzorg voor te blijven. Dus vraagt hij om vrijwaring.

Dat magisch woord dat bij de moederbank, ring fencing zo lang ophield. Dat magisch woord dat schuld afschuift. De bloeddoop van de messen van samenzweerders, voorafgaand aan de Idus van Maart.

De managementexodus dreigt nader wanneer niet één, maar vier vrouwen, onder wie een directielid, hun handtekening niet verguld, maar in integriteit en duurzaam behouden willen zien. Wanneer zij niet zwichten voor de dreigementen, noch voor de beloften. Wanneer opduikt, wat bij de gouden tekenaar wereldvreemd lijkt: een geweten, een beroepscode, eigenwaarde, de stand en eer van het bankier zijn. Dus duurt de exodus voort.

Een president-commissaris die in strijd met de statuten nog aanzit. Een enkele algemeen directeur die met een enkele handtekening, bereid is de bank aan verdere illegaliteit en ongekende financiële risico’s bloot te stellen. Een grootaandeelhouder in de staat, die het lot van de slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag, aan dovemansoren laat, ook wanneer de gehele gemeenschap haar afkeur en weerzin middels handtekeningen van vrijwel iedere vrouwenorganisatie heeft doen blijken. En een verdere leegloop van vrouwen die zich niet langer veilig voelen en/of geen onderdeel wensen te zijn van illegaliteit. Een toezichthouder die het vierogenprincipe welletjes vindt, als de gouden handtekening maar verschijnt waar het moet. Maar de gouden tekenaar, tekent en berekent. En laat zijn onmisbaarheid gelden en blijken. Ten koste van alles en van iedereen.

A.A.

More
articles