Suriname staat met een score van 40 op 100 op de 85e plaats van 180 landen. Sinds 2021 is ons land wel een stap hoger op de lijst gekomen. Deze informatie is gepubliceerd door de in Berlijn gevestigde ngo Transparency International, die haar 28e jaarlijkse Corruption Perceptions Index heeft uitgebracht, die 180 landen en gebieden rangschikt op basis van hun waargenomen niveaus van corruptie in de publieke sector op een schaal van nul (zeer corrupt) tot 100 (zeer schoon). Uit het onderzoek bleek dat het grootste deel van de wereld er nog steeds niet in slaagt corruptie te bestrijden, waarbij 95 procent van de landen sinds 2017 weinig tot geen vooruitgang heeft geboekt. President Chandrikapersad Santokhi had in juli 2022 gezegd, dat de aanpak van corruptie nog steeds hoge prioriteit geniet van de regering. Hij benadrukte, dat de regering heeft besloten, dat alle corruptiezaken versneld aangepakt zullen worden. We hebben tot nu toe eigenlijk weinig gemerkt van bepaalde zaken, want vanaf het moment dat de huidige president werd gekozen, heeft hij duidelijk veel normen en procedures genegeerd en zich anders opgesteld dan wat hij als voorzitter van zijn partij, het volk had voorgehouden tijdens de verkiezingsstrijd. Dit werd duidelijk toen hij openlijk vriendjespolitiek toestond die reeds tot zwakke beschadiging van de democratie heeft geleid in Suriname. Hyperinflatie, de pandemie en een zwaar IMF-programma, eisen nu hun tol op de Surinaamse burger. Om maar een voorbeeld aan te halen, zijn wij namelijk benieuwd naar het onderzoek met betrekking tot corruptie bij het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB), waarbij zaken niet conform de juiste procedures zijn gelopen met betrekking tot grondaanvragen en toewijzingen. Burgers die in de afgelopen jaren een aanvraag hebben gedaan voor een stuk grond, komen tot de ontdekking dat het stuk grond dat zij al eerder hadden aangevraagd, aan een andere persoon toegewezen is. De aanvraag van deze burgers werd nooit afgewezen, maar de persoon die de grond gekregen heeft, beschikt wél al over een bereidverklaring. Ook de kwestie van het Sabaku-project en het onderzoek daarnaar, zijn nog steeds niet gedeeld met de samenleving. De bouw van de brug over de Corantijnrivier is ook een onderwerp waar Keerpunt niet gerust op is als het gaat om ons territoriaal gebied, want er blijkt tot op heden geen duidelijk standpunt over ons grondgebied bij de bruggenbouw ingeperkt te zijn. Wij blijven erop hameren dat wij ervoor moeten waken dat ons Corantijn territoir en onze rechten, niet stilletjes worden verkwanseld, alleen omdat de regering, een brug over de Corantijnrivier wenst te bouwen. Hoe het zit met de jurisdictie op de brug, daar wordt tot nog toe met geen woord over gerept. Santokhi c.s., moeten daar uitleg over komen geven en wel zo snel mogelijk. Het volk en de media vragen al geruime tijd duidelijkheid met betrekking tot deze kwestie, maar tot op heden krijgen zij geen antwoord van president Santokhi, minister Albert Ramdin en het parlement. Het volk wil weten, wat de afspraken zijn en wil niets met vermoedelijk duistere zaken, te maken hebben. We krijgen elke keer rillingen als we lezen, dat er ruim zes Chinese bedrijven interesse hebben getoond voor de bouw van de brug over de Corantijnrivier. Naast al deze Chinese bedrijven, is het Nederlandse bedrijf Ballast Nedam, de enige uitzondering. Deze bedrijven hebben allemaal gereageerd op de zogenoemde ‘Expression of Interest’ die de Surinaamse en Guyanese overheden hebben uitgegeven in Guyana. Na het lezen van deze informatie, zou Keerpunt de regering adviseren, op haar hoede te blijven en zich niet te laten misleiden door deze zogenaamde Chinese ‘investeerders’.
Wij willen de regering op het hart drukken, heel goed na te denken alvorens met een Chinees bedrijf in zee te gaan. Het risico bestaat namelijk, dat onze brug onderdeel wordt van het ‘China Belt en Road Initiative’ (BRI). Voor degenen die niet weten wat het BRI inhoudt: het BRI is een initiatief dat gaat over veel meer dan infrastructuur. Het is een poging om een uitgebreide, onderling afhankelijke markt voor China te ontwikkelen, de economische en politieke macht van China te vergroten en de juiste voorwaarden te scheppen voor China om een hoogtechnologische economie op te bouwen. Er zijn belangrijke drijfveren voor het BRI, waaronder de rivaliteit van China met de Verenigde Staten. Daarbij biedt het BRI een alternatieve markt voor de enorme staatsbedrijven van China buiten zijn eigen grenzen. De Chinese overheid is tot nu toe nog steeds niet in staat geweest om een lijst op te stellen van welke projecten wel en niet onder het BRI vallen. We kunnen eindeloos doorgaan om het over de corruptie te hebben waarmee ons land wordt geconfronteerd, maar wanneer de ene zaak net in een doofpot is beland, komt er daarna weer een andere bovendrijven. Wij van Keerpunt, blijven alle zaken volgen, want corruptie blijft een groot heikel en gevaarlijk punt van bedreiging voor ons land.
Bron: https://www.eqs.com/compliance-blog/corruption-perceptions-index/