Door het uittreden van de NPS uit de huidige regeercoalitie zullen de NPS-ministers in de regering hun portefeuille ter beschikking stellen aan de president. Wij, vertegenwoordigers van enkele niet-gouvernementele organisaties die zich direct of indirect inzetten voor kwesties van milieu en klimaatverandering in Suriname, willen alvast onze dank uitspreken aan Silvano Tjong- Ahin voor zijn inzet en getoond leiderschap. Het milieubeleid is veel te lang als stiefkind behandeld door opeenvolgende regeringen. Het was daarom een stap in de goede richting dat er in 2020 een echt ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) werd gevormd. Onder leiding van minister Tjong-Ahin kreeg dit nieuwe ministerie al snel gestalte en structuur. De kleine, gemotiveerde, voornamelijk jonge staf maakt indruk vanwege hun betrokkenheid en leergierigheid. Er wordt geïnvesteerd in capaciteitsversterking en dat is te merken.
Vanaf het begin heeft de minister zich laten informeren door een breed palet van deskundigen, met aandacht voor overleg met NGO’s en andere betrokkenen om na te gaan hoe er kon worden samengewerkt voor bescherming van het milieu en het tegengaan van de effecten van klimaatverandering. Dat komt goed tot uiting in bijvoorbeeld het databestand voor milieu- en klimaatprojecten dat het ministerie aan het opzetten is en welke tot stand is gekomen door het wederzijds uitwisselen van informatie met partnerorganisaties.
In voor Suriname ongekend rap tempo is er verder gewerkt aan het uitwerken van het nationaal milieu- en klimaatveranderingsbeleid. Wij merkten dat getracht is om het beleid zo nationaal mogelijk te maken door niet alleen overheid, maar ook NGO’s, vertegenwoordigers van Inheemse en Tribale Volkeren, en de private sector (inclusief de financiële sector) te betrekken. De nationale dialoog voor een breed gedragen Nationaal Klimaatakkoord staat nog in de kinderschoenen en het is daarom des te crucialer dat er met uiterste voorzichtigheid wordt omgegaan met veranderingen van beleid en beleidsmakers. Eén van de punten waar volgens ons nog stevig aan gewerkt moet worden is om alle rechthebbenden zoals dat hoort op passende wijze hun plek aan de milieu- en klimaatveranderingstafel te geven. Wij vrezen dat ook dit proces stagnatie zal ondervinden als er gedachteloos mee wordt omgesprongen.
Het Nationaal Klimaatakkoord is slechts één van de talloze processen die is ingezet vanuit het ministerie van ROM. Suriname is één van de kwetsbaarste landen voor klimaatverandering en wij kunnen het ons daarom niet permitteren om enige vertraging op te lopen in het verder ontwikkelen en uitvoeren van het klimaatveranderingsbeleid. Deze processen zijn ook de basis voor het verkrijgen van klimaatfondsen.
De welwillendheid van de internationale donororganisaties om Suriname te assisteren om grote milieuprojecten en mitigatie- en adaptatieprojecten voor te bereiden heeft voor een goed deel te maken met het vertrouwen dat men heeft in de inzet en kennis van minister Tjong- Ahin. Deze projecten bevinden zich momenteel in een kritieke fase van het proces en ook hier is continuïteit van beleid van cruciaal belang, wil Suriname niet belangrijke mogelijkheden mislopen.
De politieke realiteit in Suriname kan het onmogelijk maken dat Tjong-Ahin aanblijft. Toch blijven wij hopen. De hoop is in elk geval, dat zijn in sneltreinvaart opgedane kennis en het getoond leiderschap niet verloren zullen gaan, mocht hij het ministerschap vaarwel zeggen, maar dat in nationaal belang hij, vanuit een andere plek, de ingezette processen door kan begeleiden. Het wezenskenmerk van NGO’s is immers dat wij optimistisch blijven en volharden, werkend voor een betere wereld, een beter Suriname.
- Green Heritage Fund Suriname
- Tropenbos Suriname
- SUWAMA (Suriname Waste Management)
- Suresur (Support Recycling Suriname)
- SAFE (Suriname Alliance for the Environment)
- St. Projekta
- BFN (Bureau voor de Dienstverlening aan NGO’s)
