Onderwijsminister Marie Levens zei gisteren tijdens de assembleevergadering, dat ons onderwijssysteem hele goede en bekwame mensen heeft afgeleverd, maar bijna de helft van de schoolgaanden (45%) heeft achtergelaten. Volgens haar is de eerste keus die we moeten maken, “laten we dat zo, of veranderen we het”. Gebleken is dat mensen zichzelf niet kunnen helpen, omdat ze tot de vierde klas van de lagere school zijn geweest.

‘’45 procent van de schoolgaanden heeft met moeite de zesde klas gehaald. Tevens laten we als samenleving, de standaarden van het onderwijs maar niet los’’, zegt Levens. Zij was niet te spreken over de grapjes, zoals gratis overgang die nu aan de orde zijn, en die sommigen in het veld maken, over de leerlingen die niet mee konden en maar zouden rondlopen tot ze 14 zijn, om dan af geschreven te worden. Kinderen die voor niemendal op de school zouden zijn en volgens sommigen niet hoeven te leren, en uiteindelijk met een getuigschrift de school verlaten, “kan niet meer in het nieuw systeem”, aldus de minister.

Ze zegt dat iedereen die de school bezoekt, die hoort serieus genomen te worden. “Er zijn geen kinderen voor soso.”

De onderwijsminister zegt over de kinderen van Apoera, Amatopo, Coeroeni, Godo Holo, dat het onze kinderen zijn. Levens wijst erop dat het tien jaar zal duren alvorens we een perfect systeem, met onze 30 talen, zullen hebben dat bij ons past. Levens meent dat ze veel bereikt zal hebben, als kinderen niet meer zullen zeggen, dat als ze geld hebben, naar Nederland gaan. In de reacties van assembleeleden, ging het lid Tashana Lösche van de NDP-fractie in op het betoog van de minister en stelde dat bij de behandeling van de begroting, de minister er beter aan had gedaan een doelgericht plan waarbij acties waarin duidelijk de mening van de minister naar voren zouden komen, op tafel had moeten leggen.

Ze noemde bijvoorbeeld de schoolvoeding, de Surinaamse studenten in Cuba, de studentenhuisvesting, waarvoor er geen geld beschikbaar is. Echter geen verhalen over de menselijke kant van de minister, maar wel de beantwoording op de vraag: wat gaan we doen? Ze stelde voor dat de minister van Onderwijs met de minister van Financiën aan tafel gaat zitten en dat er geld op tafel moet komen. Ook het lid Jordan gaf haar mening op het betoog van  Levens.

Jordan sprak over gelijke kansen in het onderwijs voor alle leerlingen, daarbij memoreerde ze de covid-periode, waar Onderwijs bekendmaakte dat 5000 leerlingen niet meer naar school konden gaan en vroeg aan de minister, wat er gedaan is om deze leerlingen wederom in het onderwijssysteem te kunnen betrekken. Ze benadrukte de behoefte aan schoolvoeding voor de kinderen en vroeg aandacht voor meer beschikbaarheid van financiële middelen ten behoeve van het onderwijssysteem.