MINIMUMUURLOON IN STRIJD MET INTERNATIONALE BEGINSELEN

De Loonraad heeft geadviseerd tot nagenoeg een verdubbeling van het minimumuurloon. Een advies dat door de regering overgenomen is en wel met een ingangsdatum in het verleden. Hoewel het legaliteitsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel, beide algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zich hiertegen verzetten, volhardt de regering hierin. De Memorie van Toelichting van de Wet Minimumloon 2019, verduidelijkt dat de bedoeling van de Loonraad is, om werknemers en werkgevers, in overleg met de overheid tot duurzame ontwikkeling op het beleidsgebied, te komen. Voorbijgaan aan inspraak van de werkgevers, met eenzijdige verhoging of vaststelling van het minimumuurloon is volgens de Memorie van Toelichting, in strijd met internationale beginselen, zoals door de International Labor Organization (IOL) in kaart gebracht. De regering die de geschiedenis in zal gaan als recordhouder op het gebied van commissies en werkgroepen, heeft de Loonraad wel ingesteld en geactiveerd, maar niet met dezelfde bombast en fanfare aan het publiek bekendgemaakt zoals sommige andere commissies. In ieder geval is er geen werkgever in Suriname te vinden die zich door de vertegenwoordigers van werkgevers in de Loonraad vertegenwoordigt voelt. Hier komt verder bij, dat de overheid zelf, niet op een gelijke wijze, loonkosten zal zien stijgen. Haar eigen ambtenarencorps, valt namelijk slechts onder de Wet Minimumloon voor zover het dienstverband op een arbeidsovereenkomst gebaseerd is. De brede ambtelijke massa, benoemd bij beschikking, zal zich dus troosten met de ver beneden het nieuwe minimumloon liggende Fiso-inschaling. De regering heeft mede om die reden, niet nadrukkelijk zich voorafgaand aan dit nieuwe minimumuurloon aan een armoedegrens gewaagd. Werkgevers een verdubbelde loonronde presenteren en populistisch werknemer vriendelijk voor de dag komen, is geen kunst. Maar met zelfde voortvarendheid en statistische basis de valverenigingen van staat en semi overheid tegemoet treden en glashard lonen, toelagen en honoraria onder een eigen vastgestelde armoedegrens uitbetalen, komt niet uit het Dictator’s handboekje, waar deze gelegenheidswetgeving uit 2019 vandaan afgekeken is.

Met dit staaltje populisme vallen niet alleen de onverantwoorde stro personen in de Loonraad door de rietenmand. Ook de zogenaamde transparante en kleurloze vakminister, blijkt het predikaat technocraat diepgaand onwaardig. Om te zwaaien en dreigen met het instrumentarium van handhaving, van partij-populair rood vlees, dat onuitvoerbaar is, bij uitvoering tot inflatie en bij vertraging tot onrust op de werkvloer zal leiden, is het tegenovergestelde van duurzaamheid en apolitiek resultaat gedreven bestuur. De verdere inflatie tekent zich, door werkgevers die met drie keren maximaal pinnen, hun eerste werknemer nog niet van het minimumsalaris kunnen voorzien. Terwijl er netto aan koopkracht met alle andere verhogingen geen deuk in de stilstand van de werknemer gemaakt wordt. En slechts de onderkant van de arbeidsmarkt iets van de verhoging zal merken. Productiviteit, kenniswerk, middenmanagement, talentbehoud en leiderschap, kortom de middenlaag en bovenlaag van werknemerschap, zien in de wijziging geen enkel voordeel, maar zullen op macroniveau geteisterd worden door verdere inflatie en op microniveau, door een verzwakte winst en verlies rekening, gestegen loonkosten en een domino-effect aan wankelende bedrijven.

A.A.

More
articles