Het is jammer dat niet een ieder precies begrijpt, wat er met onze macro-economie aan de hand is en waarom ons leven steeds zwaarder wordt en velen thans armoede lijden. Heeft alles te maken met onze zeer geringe verdiencapaciteit aan buitenlandse harde valuta en de zware waardevermindering van onze nationale munt, ten opzichte van de dollar en euro. Suriname heeft een importeconomie en daarvoor is vreemd geld, de zogeheten harde valuta, voor nodig. En die verdienen we niet voldoende door bonafide activiteiten en productie. Onze munt, de SRD, is zwaar achteruit gegaan tussen 2010 en 2020 door financieel-economisch en monetair wanbeleid van de vorige regering. Men heeft de monetaire reserves, die voornamelijk bestaan uit goud en dollars aangetast en daarmede de dekking van de SRD, stelselmatig stukgeslagen. De Centrale Bank was vanaf dat moment en wel reeds in 2013, niet meer in staat de wisselkoers onder governor Telting van SRD 2.80,- voor een dollar, te verdedigen. De wisselkoersen werden op een gegeven moment zelfs door Hoefdraad losgelaten en overgelaten aan het mechanisme van vraag en aanbod. Vanaf dat moment zijn we voor wat betreft de wisselkoersen, in de afgrond terechtgekomen. Het vertrek van Alcoa-Suralco L.L.C. uit Suriname, heeft de deviezeninkomsten van dit land verder gereduceerd. Politici uit de vorige regering, waaronder meneer Desi Delano Bouterse, hebben tussen 2015 en 2020 herhaaldelijk aangegeven, de wisselkoersen voor dollar en euro omlaag te zullen brengen. Maar dat is tot nog toe volksverlakkerij gebleken, omdat je geen enkele koers omlaag kan brengen, als je niet zelf vanwege de Centrale Bank, voldoende dollars en euro’s voorhanden hebt om de wisselkoersen te dicteren en op de geldmarkt te interveniëren. En dat is nog steeds ons grootste probleem: de depreciatie oftewel ontwaarding van de SRD ten opzichte van dollar en euro. Zolang onze Centrale Bank niet kan of mag interveniëren op de valutamarkt, zal vraag en aanbod blijven bepalen, wat wij voor goederen en diensten in dit land betalen. En juist dat heeft nu een zeer negatieve wending genomen met een gestegen en nog steeds stijgende wisselkoers. Ons geld is erg zwak en toont niet aan, in kracht toe te nemen. De overheid heeft dan ook geen keus vanwege haar groot gebrek aan inkomsten, door subsidies te gaan afbouwen, gewoon omdat ze die niet langer kan betalen. We zien dat thans door nog hogere prijzen voor benzine en diesel en zullen straks nog meer moeten gaan betalen voor goederen en diensten. Een product dat we gerust tot de eerste levensbehoeften mogen rekenen, zijn onze ‘gascilinders’, waar we dagelijks onze maaltijden mee bereiden. Ook LPG oftewel kookgas, wordt met dollars in het buitenland gekocht en ook dat product zal uiteindelijk de subsidie vanwege de overheid verliezen. We gaan zeer zware tijden tegemoet en we zullen ons gehele levenspatroon moeten versoberen, willen we deze harde tijd overleven. Wat heel stellig moet worden opgetekend, is dat geen enkele regering om deze financiële cijfers heen kan. Hier bestaat geen toverformule voor, hoezeer bepaalde volksmisleiders dat ook aan de politieke en vaak blinde aanhangers denken te kunnen of willen voorhouden. De economie is totaal verziekt geraakt onder het regiem van Bouterse en Hoefdraad op Financiën, en ze moet weer op spoor gebracht worden en dat wordt niet op stel en sprong gerealiseerd. Gemene en leugenachtige podiumtaal brengt ons geen stap verder. Sociale onrust aanwakkeren zal de zaak alleen nog maar veel erger maken. Laten we daarom het hoofd koel houden en werken aan verbetering. Dat zal wel even duren, maar er wordt aan gewerkt en dat is het voornaamste.