De voorzitter van de Verenigng van Economisten in Suriname (VES), Steven Debipersad, zegt dat het programma van het Internationaal Monitaire Fonds (IMF), dat ons hulp biedt, niet goed loopt. Volgens hem gaat het toch niet goed met de economische hervormingen. Hij wijst op de verontrustende mededeling dat de KLM het vrachtvervoer van fruit, groenten en goud, misschien beëindigen zal. Tevens de in het vooruitzicht gestelde afbouw van subsidies zoals die op brandstof, elektra en water. Volgens hem zal de middenklasse zelf deze lasten moeten dragen. De toezegging in het kader van het Sociaal Programma van de overheid van 70 gesubsidieerde producten, lijkt volgens Debipersad onzeker.
Onduidelijk is wanneer dat zal worden uitgevoerd en welke producten met steun van de overheid, aangeboden zullen worden aan de minderdraagkrachtigen. Debipersad meent dat ons land is verzwakt door verkeerde keuzes, slechte organisatie, uitvoeringscapaciteit, institutionele zwakte, maar dat er ook sociaal-econmische achteruitgang heeft plaatsgevonden. Volgens hem wenst iedereen, dat het beter wordt.
‘’Als de instelling van de regering drastisch en aanmerkelijk verandert dit jaar, kunnen de goede verbeteringen, waarvan enkele in het IMF-rapport en andere rapportages zijn genoemd, sociaal-economische verbeteringen teweegbrengen die voor een opluchting zorgen’’, zegt de VES-voorzitter.
“Anders zal het negatief sentiment in de samenleving zich verder voortzetten, met groeiende weerstand tegen het beleid.” Hij is van meaning dat in een samenleving waar veel onrust en dyugu dyugu is, zulks niet wenselijk voor ondernemers en investeerders kan zijn, of het nu gaat om binnenlands of buitenlands kapitaal. Volgens hem is het enige wapen, om ons economisch dilemma te doorbreken is een aanzienlijke verbetering in de productie, productiviteit en export nodig. Het nationale ontwikkelingsfonds voor agri-business en de productiefonds zijn positieve insteken, maar verdienen wel betere financiele ondersteuning. Inderdaad moeten het klein- en middenbedrijf, de ruggengraat van de economie vormen, sterker worden en groeien. Debipersad zegt dat een intergrale aanpak uitblijft om het ondernemerschap duurzaam en aanzienlijk te verruimen, en tegelijker ook werkgelegenheid wordt gecreëerd. Debipersad merkt op dat het ministerie van Economische Zaken het laat afweten als het gaat om productie en export. Hij wil niet denken aan de lage positie die ons land inneemt op de ‘Doing Business Index’.