China heeft wederom een schenking van USD 15 miljoen aan ons land gedaan voor de installatie van camera’s in geheel Suriname met uitzondering van het district Sipaliwini. Het gaat hierbij om het Safe City-project, dat verder wordt uitgebreid. Deze uitbreiding wordt Safe City 3 genoemd en volgt na de Safe City 1 en 2. De minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie en de Chinese diplomaat Jia Jinyi, tekenden deze overeenkomst op de Chinese ambassade. Het Safe City 3-project is onderdeel van het China-aid Road Monitoring Project in Suriname. Minister Amoksi zegt dat de politie met het Safe City 3-project meer armslag krijgt in het opsporen van strafbare delicten. Met de nog te installeren camera’s op wegen die reeds in kaart zijn gebracht, wordt de mogelijkheid voor het Command Center geschapen, om van veel meer locaties beelden te analyseren. De justitieminister zegt dat er reeds hotspots in de districten in beeld zijn gebracht, waar er faciliteiten komen te staan. Hij noemt de bijdrage van Safe City 1 en 2 enorm en zegt dat deze met Safe City 3 nog groter wordt. Wij zijn van mening, dat dit soort gestes en projecten gewoon een manier zijn van China, om zich nog verder in te “likken” binnen de Surinaamse overheid. Wij moeten ons niet verkijken op de realiteit, dat de invloed van China in Latijns-Amerika groot is en verder groeit. Het is de op een na grootste handelspartner van de regio na de Verenigde Staten en de grootste soevereine geldschieter van Latijns-Amerikaanse regeringen. Als geldschieter haalt China inderdaad oude multilaterale financiële instellingen zoals de Wereldbank en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank in de regio in. Die twee organisaties komen net boven de 131 miljard dollar, die de Chinezen tussen 2008 en 2019 aan krediet in Latijns-Amerika hebben verstrekt. Alles wijst erop, dat China binnenkort de grootste schuldeiser in de regio zal zijn. Overheden in heel Latijns-Amerika hebben geld nodig, en snel. China is bij uitstek geschikt om aan deze snelgroeiende behoefte te voldoen: de regering is bedreven in het verstrekken van leningcontracten, het financieren van grote openbare infrastructuurprojecten en het toewijzen van directe investeringen. De institutionele besluitvorming in China kan democratische processen overslaan, wat betekent dat deals vaak in korte tijd worden gesloten. Bovendien bagatelliseert de goedkeuring van Chinese projecten, in schril contrast met de gevestigde praktijken van de Wereldbank en de Internationale Ontwikkelingsbank, de economische fundamenten, het terugbetalingsvermogen van de lener en milieuoverwegingen.
Suriname ’s grootste schuldeiser
De grootste schuldeiser van Suriname is China. De uitstaande schuld van Suriname aan China, was vorig jaar nog ruim USD 550 miljoen. Volgens president Chandrikapersad Santokhi, heeft China in de afgelopen twee tot drie jaar de Surinaamse regering niet gedwongen deze schuld terug te betalen. Deze schulden zijn gemaakt tussen 2008 en 2016 voor onder meer woningbouw, infrastructuur en het breedbandnetwerk. De schulden aan China zijn zo enorm dat je zou kunnen stellen, dat China ons bij de ballen heeft. Santokhi stelde dat hij gesprekken zou voeren met president Xi Jinping van de Volksrepubliek China om de bilaterale schuldsanering af te handelen. Keerpunt heeft het al eerder gehad over de Volksrepubliek China die de grootste bilaterale schuldeiser is van Suriname. Tegenover al deze Chinese leningen die tot nu toe zijn verstrekt aan ons land, staat geen enkele groei van de productie. China onderhoudt sinds 2006 een langdurige economische relatie met Suriname. In 2019 kondigden de presidenten Xi Jin-ping en de toenmalige president Bouterse het strategisch samenwerkingspartnerschap China-Suriname aan, waarmee ze Suriname voegden in het Belt Road Initiative (BRI). Peking is de grootste schuldeiser van Suriname, dat vanaf 2019 ongeveer USD 2,4 miljard aan leningen heeft uitstaan, waarvan USD 1 miljard aan China. De samenwerking tussen beide landen is in de afgelopen jaren door opeenvolgende regeringen voortgezet. Suriname ging leningen aan bij de Export-Import Bank of China, de Industrial and Commercial Bank of China en de China Dalian International Cooperation.
We denken dan aan de grote woningbouwprojecten, de aanleg van wegen (Bouterse-High-way), het kaalkappen van onze bossen, de aanleg en heregaliseren van verschillende hoofdwegen. Om te beginnen bezitten Chinese bedrijven meer dan de helft van de houtconcessies in ons land en dat is duidelijk te merken aan de hoeveelheid rondhout die wordt verscheept naar China. Hetzelfde patroon is reeds vastgesteld in ons buurland Guyana. We moeten ook niet vergeten dat ruim zes Chinese bedrijven interesse hebben getoond voor de bouw van de brug over de Co-rantijnrivier. Naast al deze Chinese bedrijven, is het Nederlandse bedrijf Ballast Nedam, de enige uitzondering. Deze bedrijven hebben allemaal gereageerd op de zogenoemde ‘Expres-sion of Interest’ die de Surinaamse en Guyanese overheden hebben uitgegeven in Guyana. Na het lezen van deze informatie, zou Keerpunt de regering adviseren om op haar hoede te blijven en zich niet te laten misleiden door deze zogenaamde Chinese ‘investeerders’.