De Vereniging van Economisten in Suriname (VES), reflecteert in de januari-editie van VES- Inzicht, op de introductie van BTW en stelt, dat het positief is dat Suriname uiteindelijk ook daadwerkelijk de BTW heeft ingevoerd, waarbij de consumptie wordt belast. “In principe is de BTW ook een rechtvaardiger systeem dan de nu vervangen Omzetbelasting. De BTW is gesteld op 10%, 2% lager dan de reeds vervallen Omzetbelasting. De BTW kent de vooraftrek. Dat wil zeggen dat de BTW op aankopen, in aftrek mag worden gebracht. Hierdoor wordt er alleen BTW over de Toegevoegde Waarde berekend. Het blijft een raadsel hoe de prijzen in de winkels de pan uitrijzen. De vraag is door wie de controle zal plaatsvinden en hoe. Iedereen doet maar wat”, aldus de VES.
Met de uitvoering van de Wet BTW, is de Belastingdienst belast. Deze dienst heeft een zeer beperkte uitvoeringscapaciteit. “Om de miljarden SRD’s aan diverse belastingen (o.a. loon-, inkomsten-, vermogensbelasting, en nu BTW) binnen te halen voor de Staat, heeft de Belastingdienst ongeveer 600 personen tot zijn beschikking.
In vergelijking met de ongeveer 50.000 ambtenaren in overheidsdienst, is dit een zeer scheve verhouding. De overheid moet met haast ervoor zorgdragen dat de Belastingdienst wordt uitgerust met meer mensen (vanuit andere ministeries) die getraind worden voor het werk bij de Belastingdienst”, benadrukt de VES.
Verwarring
Verder zijn de economen van mening, dat de wijziging van de Wet BTW op 29 december 2022, met de introductie op 1 januari 2023, geen schoonheidsprijs verdient en getuigt van een slechte voorbereiding. “De wet was in alle haast ook al in augustus er doorheen gedrukt, om het IMF tevreden te stellen. De suggesties vanuit het bedrijfsleven om naar een lager BTW-percentage te gaan en minder uitzonderingen toe te laten, zijn genegeerd. Helaas zijn De Nationale Assemblee en de regering toen gaan relaxen om pas in december overhaast correcties aan te brengen. De late correcties zijn geen verbetering en hebben voornamelijk de private sector weinig ruimte gegund. Het was ‘veiliger’ geweest als de aanpassingen na de evaluatieronde ineens zouden worden meegenomen. Er wordt enkel nog meer verwarring veroorzaakt”, aldus de VES. De overheid heeft volgens de VES, een kans laten liggen door samen met de private sector een software te laten ontwikkelen die beschikbaar wordt gesteld aan alle ondernemers (van klein tot groot) die verplicht gebruikt dient te worden, zodat de BTW-registratie transparant en controleerbaar is.
Kasregistratiesysteem
De VES is verder van mening, dat het investeren in een kasregistratiesysteem, gebaseerd op de Wet BTW, van belang is. “Als je naar de winkel stapt, zou de kassa een onderscheid moeten maken tussen belaste en onbelaste goederen. Met de handmatige facturen lijkt dit niet nauwkeurig, en een gevaar voor al dan niet opzettelijk onjuiste toepassing van de BTW en ook nog eens fraudegevoelig. De registratie van BTW-plichtigen verloopt vooralsnog moeizaam. Dit ligt blijkbaar aan de technische capaciteit van het systeem”, stelt de VES.
Voor controleactiviteiten dient de Belastingdienst bij de grote handelszaken (o.a. bouwmateriaalzaken, supermarkten, restaurants, hotels, enz.) belastingmedewerkers in te zetten ter vergaring van data (o.a. registratie omzet, gedane betalingen door klanten, enz..) ter schatting van de BTW en verificatie of de ondernemer de BTW-afdracht correct doet. “Er is een evaluatieperiode van 6 maanden opgenomen in de wet. Het verzoek dient te zijn aan de private sector om alle praktijkdiscussiepunten aan te kaarten. Het gaat niet alleen om een plek waar de samenleving haar problemen en klachten kan deponeren, maar ook response over kan krijgen”, aldus de VES.