Per 1 januari van dit jaar is de Belasting over de Toegevoegde Waarde, BTW, van kracht en zal men op goederen en diensten, 10 procent van de waarde of de dienst bij moeten betalen, ten bate van de fiscus. Wat nu reeds duidelijk is, is dat op bepaalde producten die als basis worden aangemerkt, er geen BTW hoeft te worden betaald. De overheid dient deze lijst overall te presenteren en ook bijvoorbeeld supermarktexploitanten dienen goed op de hoogte te zijn, waarover de 10 procent wel of niet mag worden aangeslagen. Voor brandstof is het duidelijk, dat daarover 5 procent toeslag op elke liter moet worden betaald, hetgeen een zware inflatoire werking zal hebben op alle prijzen binnen deze economie. Lichamen en natuurlijke personen moeten zich wel bij de belastingdienst registreren, om dan op basis van een registratieformulier het percentage aan BTW. aan de klant te kunnen doorberekenen en ontvangen. De 10 procent die ontvangen is, moet vervolgens wel aan de fiscus worden afgestaan. Maar het is momenteel duidelijk dat van de 10.000 omzetbelastingplichtigen die nu BTW moeten gaan betalen, maar enkele honderden zich tot nog toe hebben geregistreerd bij de belastingdienst. Dat wil zeggen dat die paar honderd geregistreerde personen of instanties, slechts mogen overgaan tot de doorberekening van BTW aan met name de klant. Maar in troebel water is het goed vissen en er zijn nu reeds indicaties, dat personen en instanties die zich nog niet hebben geregistreerd en dus niet over een certificaat van de Belastingdienst beschikken, al op malafide wijze de klanten de 10 procent extra laten betalen. Daar zou de overheid c.q. de Belastingdienst, wel onderzoek naar moeten doen en indien het allemaal waar blijkt te zijn, ingrijpen. De mensen die thans van mening zijn dat ze de 10 procent mogen aanslaan aan de klant, moeten het BTW-certificaat wel kunnen tonen, wanneer daarom gevraagd wordt. Er zullen namelijk altijd mensen zijn die misbruik maken van een toestand, die nog helemaal niet sluitend is gemaakt door de Belastingdienst. Wat ook nergens op slaat, is dat de overheid c.q. de Belastingdienst, thans eist dat het BTW-percentage vervat in een bedrag, moet worden vermeld op de kassabon. Maar zijn de kassa’s daar wel op ingesteld, en vergt dat niet een zware investering van de handelaar in een behoorlijk geavanceerd apparaat, dat ook nog gekoppeld wordt aan een grote computerserver van de Belastingdienst? En als er andere meer geavanceerde kassa’s moeten worden geplaatst, wie draait voor deze extra kosten op? Het lijkt ons onwaarschijnlijk en te veel gevraagd van bijvoorbeeld de detailhandelaar, om ook nog grote kosten te gaan maken in vreemde valuta om de fiscus welgevallig te zijn, omdat die meent een BTW op hem of haar los te laten. BTW is naar de mening van velen, zeer onvoorbereid op de gemeenschap losgelaten, omdat de overheid koste wat kost, in aanmerking wenste te komen voor een IMF-lening van honderden miljoenen dollars. Door deze slecht voorbereide exercitie van de overheid, krijgen we glijpartijen die nu reeds zichtbaar worden en voor groot ongerief zorgen. De voorlichtingscampagne voorafgaande aan de introductie van de BTW, is naar de mening van zovelen, zeer onvoldoende en amateuristisch geweest en tot op dit moment is het voor velen nog onduidelijk, wat nu wél of niet mag en hoe men de Belasting over de Toegevoegde Waarde dient toe te passen, zonder daarbij groot nadeel aan te ondervinden. In de komende maanden zullen we zien, of de BTW de gewenste vruchten voor de overheid en in het bijzonder het bedrijfsleven en de consument, heeft afgeworpen, en dat er inderdaad toch nog sprake is van een win-winsituatie voor ons allen.