Er doet zich een zeer gevaarlijke ontwikkeling voor in de huidige wereld en die wordt veroorzaakt door de zware misdaad, die in veel landen tracht door gezagsondermijnende activiteiten, waaronder intimidatie, bedreigingen en infiltraties, de bestaande en wettelijke machtsstructuren in de verschillende samenlevingen te overvleugelen en aan haar dienstbaar te maken. In Nederland is het thans zover, dat een Peter R. de Vries, gewoon op klaarlichte dag kon worden neergeschoten in Amsterdam en dat de grensoverschrijdende misdaad momenteel zelfs de euvele moed denkt te kunnen opbrengen, om kroonprinses Amalia en premier Rutte te bedreigen. Dat het allemaal zover heeft kunnen komen, is omdat men ook in Nederland veel te lang heeft getalmd om dit grote en dreigende gevaar gelijk met alle hem ten dienste middelen, in de kiem te smoren. Veel te lang heeft men allerlei schuim, voornamelijk uit het buitenland, de mogelijkheid geboden om een geheel netwerk, verdeeld over geheel West-Europa, op te zetten en zich goed te kunnen organiseren, en vervolgens ook allerlei instituten binnen te dringen. Ook in Suriname zijn wij niet gevrijwaard gebleven van dit fenomeen en is het zelfs verworden tot een monster, de zogeheten ‘ondermijnende criminaliteit’, waar tot op dit moment slechts weinig tegen opgewassen schijnt te zijn. De lange arm van deze ondermijnende criminaliteit is doorgedrongen tot in niet kleine delen van de publieke sector. Het meest verontrustende in het geheel is, dat de “ondermijnende criminaliteit” haar tentakels al geruime tijd en wel decennialang heeft weten te nestelen in onze gewapende machten en daar zelfs ondersteuning geniet. Als er met nadruk vanwege het Openbaar Ministerie wordt gewezen op het grote en niet afnemende gevaar van de ondermijnende criminaliteit binnen deze gemeenschap en het overheidsapparaat, dan mag gerust aangenomen worden, dat de Republiek Suriname, in steeds groter gevaar is komen te verkeren. Eigenlijk uit het Openbaar Ministerie een noodkreet naar de overheid om in te grijpen en meer middelen ter beschikking te stellen om zo dit gevaar de kop in te drukken, alvorens dit land totaal onleefbaar wordt en we kunnen rekenen op Colombiaanse en Mexicaanse taferelen, waar niemand eigenlijk meer veilig is en kan rekenen op bescherming zijdens de overheid. Het Openbaar Ministerie vraagt eigenlijk, zo snel mogelijk tot uitbreiding van de wettelijke mogelijkheden, waaronder de introductie van Bijzondere Opsporingsbevoegdheden, BOB, om zo de georganiseerde zware misdaad, adequater het hoofd te kunnen bieden. Tot op heden heeft de overheid getalmd om het Openbaar Ministerie op zijn verzoek tegemoet te komen. Laten we hopen dat de zware criminaliteit niet die invloed heeft, waardoor de justitie vleugellam wordt gemaakt en haar niet de benodigde maatregelen ter hand gesteld worden. Krijgt het Openbaar Ministerie toch de tools niet in handen om de misdaad adequater te bestrijden, dan mag gevoeglijk worden aangenomen, dat de onderwereld ook binnen de regering zaken succesvol weet te obstrueren.
