Niet velen zijn er van op de hoogte dat Guyana niet slechts met Suriname een grensgeschil (lees: de Tigri Delta) heeft, maar ook vanaf eind 19e eeuw een groot grensprobleem heeft met zijn buurland Venezuela. Venezuela claimt al langer dan 123 jaar, het zogeheten Essequibo gebied, dat al vanaf 1899 door Georgetown als deel van het voormalige Brits-Guyana wordt gezien, en sinds 1966, het jaar van de staatkundige onafhankelijkheid van Guyana, als zijn territoir op zijn landkaarten wordt vermeld. Caracas heeft nooit genoegen genomen met het inpikken van het zogeheten Essequibo gebied door de Britten en heeft er nimmer een geheim van gemaakt, dat het voormelde gebied eens tot Venezolaans grondgebied zal behoren.
De Guyanese regering onder leiding van president Irfaan Ali, is zich bewust van het militaire vermogen van Caracas en heeft naar aanleiding van deze slepende kwestie en de dreigende taal vanwege de regering Maduro, het Internationale Gerechtshof gevraagd een uitspraak te doen over dit geschil en aan wie dit gebied dat meer dan de helft van Guyana bestrijkt, toebehoort. De Venezolaanse regering heeft al eerder aangegeven, een oordeel in het voordeel van Georgetown niet te zullen erkennen en dus verwerpen. Inmiddels heeft zowel de Amerikaanse regering als de Guyanese regering onder leiding van Ali, gesteld te hopen op een vreedzame oplossing in deze kwestie. De Amerikanen hebben zich begrijpelijk geschaard aan de zijde van Georgetown, gezien de grote belangen van de Amerikaanse multinational Exxon in Guyana, en ook omdat ze al jaren overhoop ligt met de chavistische regering van Maduro, die al jaren heeft aangepapt met Rusland en China en ook grote militaire steun ondervindt van deze twee landen. Gezien de enorme spanningen tussen de NAVO en Rusland in de oorlog in Oekraïne, zal het Keerpunt niet vreemd voorkomen, indien de Russen en Chinezen hun invloed in Venezuela zullen gaan uitbreiden, al was het maar om Washington op dit halfrond dwars te zitten. De aardoliebelangen in Guyana gaan de komende tijd een grotere invloed hebben, ook gezien Saoedi-Arabië zijn dagelijkse productie enorm heeft verlaagd en het aanbod op de wereldmarkt zal verminderen en de brandstofprijzen aanmerkelijk kunnen stijgen. Voor het westen is Venezuela tot nog toe een grote paria gebleken en daarom denkt meneer Ali, in Georgetown voorlopig veilig te zijn onder de militaire paraplu van Washington. Meneer Irfaan Ali waant zich momenteel onschendbaar en laat zijn arrogantie ook duidelijk merken door op zijn Facebookpagina een landkaart van Guyana te delen, waarin hij al provocerend aangeeft, dat zowel het Essequibo gebied als de Tigri Delta, gelegen tussen het Acarai-gebergte, de Boven-Corantijn en Coeroeni Cutari, onverdeeld en onverminderd tot het territoir van Guyana moeten worden gerekend. Deze Guyanees denkt daarmede de Surinaamse regering en onze algehele bevolking te kunnen provoceren en beledigen. Ook wenst Ali hiermede aan te geven, dat er niet eens meer hoeft te worden gesproken over dit gebied, dat in 1969 met militair geweld door Guyana werd ingenomen en de Nederlandse regering die toen nog ons deel van het Koninkrijk der Nederlanden diende te verdedigen, stak geen poot uit. Vanaf 1969 wordt dus dit deel van de Suriname door de Guyanezen in gijzeling gehouden. Met Venezuela houdt meneer Irfaan Ali wel terdege rekening, want hij weet heel goed dat Essequibo binnen een zucht ingenomen kan worden. Maar wat doet onze regering na de zeer provocerende ‘post’ van Irfaan Ali op zijn Facebook account? Blijven we voor de zoveelste keer zwijgen in het kader van de naleving van goed nabuurschap? Ali laat duidelijk zien, dat hij totaal maling heeft aan Suriname zijn regering en bevolking, en durft ook nog te provoceren en beledigen. Want deze post moet zeker en zonder twijfel als provocerend en beledigend worden ervaren. En deze gast wil 150 visvergunningen van ons hebben? En onze regering wil met deze schooiers in Georgetown in zee gaan voor de bouw van een brug over onze rivier de Corantijn en wenst daarbij vermoedelijk ook de jurisdictie over de brug in het water van de Corantijn te laten vallen? Deze mensen zijn ons voortdurend aan het bestelen en dat weten opeenvolgende regeringen in dit land. Nu heeft minister Sewdien ook nog aangegeven, over bewijzen te beschikken dat Guyanese vissers vrijwel al hun vangsten richting Guyana brengen, om de vangst daar te verkopen. En dat is helemaal niet in de vergunningsvoorwaarden opgenomen. Keerpunt heeft al vele malen geschreven, dat er hier vis wordt geroofd en in Guyana wordt afgezet. Maar we kijken hier bewust de andere kant op, omdat een stel schurken er hier beter van wordt. Maar meneer Ali wenst niet over Tigri te praten en plaatst zelfs provocerende landkaarten op zijn Facebook. Ali weet ook dat het Surinaamse leger niet hetzelfde is als het Venezolaanse, en praat daarom over een vreedzame oplossing van het Essequibo-geschil. De regering Santokhi moet maar een andere bril opzetten, wanneer ze naar de westerse buur en zijn gedragingen kijkt. Bij deze krant weten we al decennialang, dat de Guyanese politici zwaar onbetrouwbaar en corrupt zijn. Vanaf de tijd van Burnham en de bezetting van Tigri, hebben ze zich hoogst onbetrouwbaar getoond en daar is echt geen verandering in gekomen. President Santokhi moet gaan beseffen dat Guyana een parasitaire, corrupte schurkstaat is die er alles aan zal doen om ons aanhoudend en langdurig te beroven. Wij van Keerpunt, houden de kwestie van de bouw van de brug scherp in de gaten, omdat het uit handen geven van de jurisdictie, niet anders zal kunnen worden gezien als landverraad pur sang.