Alleen in Suriname doen we zaken van achteren naar voren. Eerst iets doorvoeren om vervolgens te kijken wat de gevolgen daarvan zijn. Dit is precies het geval met ons hervormde onderwijssysteem, waarbij men niet heeft nagedacht over de gevolgen als kinderen massaal doorstromen. Waar moeten ze worden opgevangen? Zijn er lokalen vrijgemaakt? Maar ook het feit dat kinderen op een bepaalde leeftijd pubers zijn en misschien bedenkelijke handelingen zullen plegen, die een kleiner kind niet dient te zien.
Daarover heeft men niet voldoende nagedacht. Zullen we zoals altijd, de put dempen wanneer het kalf verdronken is? Hoe kan het dat we willen werken aan de uitbreiding van ons basisonderwijs, maar dat er geen lokalen bij zijn gebouwd. En dat een minister simpelweg aangeeft, dat de middelen beperkt zijn.
Als je geen middelen hebt om in te springen op een onvoorziene uitgave, zou je die vernieuwing naar onze mening, moeten aanhouden. Ons onderwijs heeft trouwens altijd bewezen, op een ander niveau te zijn dan elk ander onderwijssysteem in het Caribisch gebied. Je vraagt je dus af, waarom die drastische verandering. Dat men zover gaat om zelfs kleuterklassen te vullen. Een leerfase waarbij aandacht heel erg belangrijk is. Hoe willen we onze kinderen vormen voor de toekomst? Moeten kinderen naar school, omdat naar school gaan verplicht is? Wie bekommert zich over de kwaliteit die er wordt afgeleverd binnen de maatschappij? Als jongeren de toekomst van morgen zijn, gaan beleidsmakers op een dergelijke manier om met de toekomst?