BRUGIRRITATIE

Er wordt al twee jaar door zowel de Surinaamse als de Guyanese regering, gesproken over de bouw van een brug tussen beide landen over de volledig Surinaamse rivier de Corantijn. De rivier die van oudsher tot Surinaams grondgebied behoort en waar door de Guyanezen, geen speld tussen valt te krijgen. De Corantijn is van ons, van oorsprong tot monding. De oorsprong is de Boven-Corantijn en niet de Coeroeni-Kutari en de monding is de Atlantische Oceaan. Over deze rivier wensen de regeringen in Paramaribo en Georgetown, een oeververbinding aan te leggen. Over de aanleg zijn beide regeringen al twee jaar in overleg en er is zelfs bepaald, waar de brug op de oevers zal rusten. In recente berichten wordt melding gemaakt van de mogelijkheid tot inschrijving voor de bouw in Georgetown en volgens onze minister van Openbare Werken, Riad Nurmohamed, bestaat die mogelijkheid ook in Suriname. Gegadigden die voor de bouw in aanmerking wensen te komen, kunnen dus volgens onze bewindsman op OW, in beide hoofdsteden terecht. Hoe dat allemaal in zijn werk zal gaan, weten we tot op heden niet. Dat dit plan voor uitvoering al enige tijd op tafel ligt, weten wij inmiddels, maar hoe het allemaal in elkaar zal steken, weten slechts de regeringen van Suriname en Guyana. Maar toch zal de gehele Surinaamse bevolking meer willen weten over de bouw van deze mega-oeververbinding, omdat er toch voor velen nog een aantal issues zijn waar duidelijkheid over moet komen. De minister van Openbare Werken is geïrriteerd geraakt wegens de publicaties rond dit project en stelt dat men via de app, hem vragen kan stellen over hoe het allemaal zal worden verwezenlijkt. De bewindsman op OW dient wel te weten, dat communicatie ter inwinning van informatie over zo een groot en cruciaal project, zeker niet via de app dient te geschieden. De minister zal toch uiteindelijk in het bijzijn van zijn collega van BIBIS, moeten komen uitleggen, hoe de vork precies in de steel zit. Een van de voornaamste punten is hoe de financiering tot stand zal komen. Keerpunt en nog zoveel anderen zijn van mening, dat een brug over de Corantijn door Suriname moet worden gebouwd op zijn grondgebied en dat de Guyanezen daarbij geen enkele inbreng dienen te hebben. Wij bouwen een oeverbinding op ons terrein en de Guyanezen mogen bijvoorbeeld slechts enkele meters financieren van de afrijstrook op de linkeroever van deze rivier. Een zeer heikel punt waar geen moment vanaf geweken mag worden, betreft de jurisdictie over de volle lengte van de brug. De jurisdictie behoort totaal in Surinaamse handen te komen en blijven en geen enkele Guyanees zal daar enige inbreng in mogen hebben. Stel nou dat er zich een zwaar verkeersongeluk op de brug voordoet, dan zal slechts de Surinaamse verkeerspolitie daar mogen ingrijpen en bijvoorbeeld schaderapporten mogen opmaken en bij de assurantie indienen. Ook hier moeten de Guyanezen dan afzijdig blijven. Over de jurisdictie van deze nog te bouwen brug, mag geen enkel misverstand ontstaan. Maar tot nog toe rept zowel de Surinaamse als de Guyanese regering, met geen woord over dit heikel vraagstuk. Bouterse dacht op een gegeven moment ook over de bouw van een oeververbinding met het westelijk gelegen buurland, maar zag later van dit plan af, ook vanwege de jurisdictie. Ook de regering Santokhi dient de jurisdictie als het primaire standpunt van Suriname naar voren te brengen bij de Guyanezen en de eventuele bouw van een gevaarte van dergelijke omvang. Schuift men de jurisdictie terzijde, dan pleegt men verraad aan de Republiek Suriname en zijn bevolking. Dat dient men goed te beseffen en rekening te houden met eventuele electorale consequenties. Voorlopig wordt er wel voortdurend over een brug gesproken, maar is men niet in staat de meest elementaire uitgaven binnen het overheidsapparaat te plegen. Laat men alvast de noden van dit volk lenigen en dan pas later kijken naar een brug die verbinding moet brengen naar een onprettige en dieftige buurman.

More
articles