Bewoners van Albina zijn ten einde raad, omdat het steeds slechter gesteld is met de dagelijkse watervoorziening in het dorp en vooral in de inheemse dorpen ten noorden van het centrum van de grensplaats. In een eerdere editie wezen wij reeds hierop, maar er is totaal geen verbetering opgetreden. Slechts in de heel vroege ochtend of de late avond, kunnen de bewoners water vullen in enkele emmers om te kunnen koken en drinken. In de inheemse dorpen Marijkedorp, Pierre Kondre, en Tapuku is het gebrek aan drinkwater nog veel erger. De laatste weken komt er nog maar nauwelijks water uit de kraan. En met het intreden van de droge tijd, vreest men dat de watertoevoer nog verder zal verslechteren. Nu reeds is men voor het afwassen van vaat, het wassen van kleren en het baden, genoodzaakt de Marowijnerivier op te zoeken. Het vermoeden bestaat al enige tijd bij de Albinezen, dat de Surinaamsche Waterleiding Maatschappij, SWM, niet voor productievermeerdering heeft gezorgd, ofschoon ze er heel goed van op de hoogte was, dat zich een demografische wijziging in de grensplaats voltrok. Het aantal inwoners is in de afgelopen decennia fors gestegen en de vraag naar goed drinkwater natuurlijk ook. En daar moet de SWM onvoldoende rekening mee hebben gehouden. Het is dan ook zaak dat deze parastataal, heel snel gaat werken aan een betere watervoorziening van Albina en omgeving. De overheid zal meer geld moeten vrijmaken om Albina van meer en goed drinkwater te kunnen voorzien, want zo kan het echt niet verder.