CHINEZEN MOETEN VER BLIJVEN VAN BOUW CORANTIJNBRUG

Ruim zes Chinese bedrijven hebben interesse getoond voor de bouw van de brug over de Corantijnrivier. Naast al deze Chinese bedrijven, is het Nederlandse bedrijf Ballast Nedam, de enige uitzondering. Deze bedrijven hebben allemaal gereageerd op de zogenoemde ‘Expression of Interest’ die de Surinaamse en Guyanese overheden hebben uitgegeven in Guyana. Na het lezen van deze informatie, zou Keerpunt de regering adviseren om op haar hoede te blijven en zich niet te laten misleiden door deze zogenaamde Chinese ‘investeerders’.

Wij willen de regering op het hart drukken, om heel goed na te denken alvorens met een Chinees bedrijf in zee te gaan. Het risico bestaat namelijk, dat onze brug onderdeel wordt van het ‘China Belt en Road Initiative’ (BRI). Voor degenen die niet weten wat het BRI inhoudt: het BRI is een initiatief dat gaat over veel meer dan infrastructuur. Het is een poging om een ​​uitgebreide, onderling afhankelijke markt voor China te ontwikkelen, de economische en politieke macht van China te vergroten en de juiste voorwaarden te scheppen voor China om een ​​hoogtechnologische economie op te bouwen. Er zijn belangrijke drijfveren voor het BRI, waaronder de rivaliteit van China met de Verenigde Staten. Daarbij biedt het BRI een alternatieve markt voor de enorme staatsbedrijven van China buiten zijn eigen grenzen. De Chinese overheid is tot nu toe nog steeds niet in staat geweest om een ​​lijst op te stellen van welke projecten wel en niet onder het BRI vallen. Dit maakt deel uit van een bredere kwestie van de ondoorzichtige aard van het BRI en de leningen waarop deze is gebouwd. De Chinese overheid heeft nooit gedetailleerde informatie gepubliceerd over de omvang en voorwaarden van de Belt & Road leningen. Dit vacuüm aan informatie voedt verwarring en wantrouwen. Het initiatief wordt grotendeels met argwaan behandeld in de Verenigde Staten en zijn belangrijkste bondgenoten, grotendeels gekarakteriseerd in termen van schuldenvaldiplomatie, als een roofzuchtige, ondoorzichtige onderneming en als een bedreiging voor westerse belangen.

Dus wanneer er door Chinese bedrijven wordt gesteld dat Surinamers zich niet blind zouden moeten staren op de schulden van Suriname aan China, waarvan de middelen zijn gebruikt voor bruggen, wegen en andere infrastructurele zaken, dan vragen wij ons wel af, of we juist niet nog meer op onze hoede moeten zijn, want op zo een manier zitten wij op een tijdbom, wanneer wij in deze wurggreep van China blijven. Er zijn reeds eerder beschuldigingen geweest van ‘debt trap diplomacy’ tegen China, waarbij het BRI is gebruikt als onderdeel van een manipulatieve wereldwijde strategie, waarbij China grote infrastructuurprojecten in ontwikkelingslanden financiert met onbetaalbare leningen, en vervolgens de schuld gebruikt om invloed op die regeringen te krijgen. De beschuldiging werd aangewakkerd door projecten zoals de Hambantota Port Development in Sri Lanka. De regering van Sri Lanka was niet in staat om de Chinese leningen af ​​te lossen die het project financierden, en de haven werd in 2017 aan de Chinezen overgedragen middels een huurovereenkomst van 99 jaar – in navolging van de tactieken die werden gebruikt door 19e-eeuwse Europese imperialisten tegen de Qing-dynastie in China. De haven biedt de Chinezen een belangrijk nieuw stuk infrastructuur en een strategische positie in de Indische Oceaan. Hoewel het Chinese belangen ten goede komt, werd de haven ontworpen als onderdeel van een Sri Lankaanse strategie en speelden het wangedrag en de incompetentie van lokale elites, een cruciale rol bij het mislukken ervan.

In het kader hiervan vraagt Keerpunt de Surinaamse regering nogmaals, alert te zijn bij de inschrijving van de ruim vijf Chinese aannemers die interesse hebben getoond tijdens een internationale inschrijving op het Guyanese ministerie van Openbare Werken om in aanmerking te komen voor de bouw van de brug over de Corantijnrivier. Aan de bidding die werd gehouden op het kantoor van de National Procurement and Tender Administration Board in Guyana, deden naast Ballast Nedam mee, de China Road & Bridge Corporation, China Railway Construction Caribbean Company Limited en China Railway Construction, Bridge Engineering Bureau Group Company Limited, China Gezhouba Group Corporation, China Overseas Engineering Group Co. Ltd in joint venture met China Railway Eryuan Engineering Group Co. Ltd & China Railway First Group Co. Ltd en China Harbor Engineering Company Limited.

Niet lang geleden heeft Su Zhirong, een Chinese zakenman in het tv-programma ‘Guyana for Sale’ verklaard, dat de vicepresident van Guyana, Bharrat Jagdeo, steekpenningen heeft aangenomen van Chinese ondernemers.  Het tv-programma heeft voor behoorlijk wat tumult gezorgd, aangezien journalisten undercover informatie hebben kunnen achterhalen voor de onderbouwing van het verhaal met recordings. In het programma werd over een waterkrachtcentrale gesproken die door Chinezen werd gebouwd. Het project waarnaar werd verwezen, is het controversiële Amaila Falls Hydropower-project waarvan de regering had aangekondigd, dat China Railway Group Limited een aanbesteding had gewonnen om te bouwen. In het programma vertelden bronnen dat China aan Guyana USD 1,5 miljard had geleend tegen een lage rente en dat dit pas maanden nadat men dit had gehoord, werd gemeld. Wij adviseren, THINK BEFORE YOU LEAP!

More
articles