Terwijl Suriname probeert zijn wanbetaling te verhelpen op basis van de huidige situatie, kijken sommige investeerders naar mogelijke toekomstige olieroyalty’s uit een offshore-bekken dat volgens Apache Corp, ‘’het meest bekeken’’ ter wereld is. Obligatiehouders willen eerst de definitieve investeringsbeslissing van Apache zien, alvorens zij akkoord gaan met de voorgestelde haircut van de regering. Want als die eenmaal bekend is, zal het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de toekomstige olierijkdom in hun schuldhoudbaarheidsanalyse opnemen. Het idee is dat als je dat eenmaal doet, je niet meer zo’n grote haircut hoeft te hebben. Suriname zit momenteel in een diepe schuldencrisis en de grootste schuldeiser Oppenheimer, heeft ongeveer USD 675 miljoen in twee uitstaande obligaties. Suriname is tijdens de pandemie drie keer in gebreke gebleven, volgens de criteria van Fitch Ratings. De obligaties die in 2023 en in 2026 vervallen, zijn in waarde gestegen. Onlangs liet de regering weten, dat zij er niet in geslaagd is een akkoord te bereiken met obligatiehouders in een onderhandelingsronde die op 11 juli begon. Financiënminister Armand Achaibersing, betoogde dat een eerlijke deal schuldverlichting zou moeten omvatten die verenigbaar is met de situatie van het land. Het herstructureringsaanbod van Suriname van het ministerie van Financiën, werd deze maand door vijf schuldeisers afgewezen, terwijl het land probeert een oplossing te vinden voor zijn wanbetaling. Wat anders een acceptabel aanbod zou zijn geweest, ziet er echter minder aantrekkelijk uit voor schuldeisers, die op zoek zijn naar toekomstige olieroyalty’s van olierijkdommen die binnenkort zouden kunnen worden uitgebuit. Het zijn de vereisten van het IMF-programma, hoewel in een verklaring staat dat de natie “in de nabije toekomst open zou staan om de schuldeisers te compenseren, mocht het land offshore olie-geld ontvangen”. Dit heeft geleid tot een discussie over een vastrentend instrument gekoppeld aan olieroyalty’s dat zou kunnen helpen obligatiehouders te compenseren voor de verliezen die bij een herstructurering zijn geaccepteerd. Maar er is een belangrijk meningsverschil over de hoeveelheid geld die eerst naar Suriname gaat als de olie begint te vloeien. De natie wil de exclusieve aanspraak op de eerste USD 500 miljoen, terwijl investeerders toegang willen na USD 50 miljoen, volgens een verklaring van 22 juli. Keerpunt had reeds eerder voorspeld, dat de schuldeisers ook zouden willen plukken van de inkomsten van onze olie. Het is daarom niet vreemd dat zij nu duidelijk laten blijken, dat zij ook azen op royalty’s uit deze inkomstenbron. Voorheen had Hoefdraad de schuldeisers goudroyalty’s beloofd, en nu zullen zij door blijven gaan tot zij krijgen wat ze willen. De bondholders moeten naar onze mening, begrijpen dat zij medeverantwoordelijk zijn voor de economische situatie. Zij hebben geld uitgeleend tegen woekerrentes, wetende dat ons land het niet terug zou kunnen betalen.