ALS EEN MOLENSTEEN

Suriname heeft al sinds de jaren tachtig, nadat de militaire dictatuur een financiële ravage had veroorzaakt in de Centrale Bank en de monetaire reserves had vernietigd, met korte onderbrekingen steeds te maken gehad met ernstig deviezengebrek. Het is ook in de periode van de zogenaamde revolutie, zover gekomen dat we te maken kregen met een parallelmarkt voor het kunnen verkrijgen en verhandelen van dollars en Nederlandse guldens. Later kwam voor de Nederlandse gulden natuurlijk de euro als wettig betaalmiddel binnen de lidstaten van de Europese unie. Alle twee valuta waar je overal ter wereld mee overweg kan, zolang je maar als bonafide wordt aangemerkt. Maar Suriname kreeg reeds in de jaren tachtig, te maken met lieden die op misdadige (lees: malafide) wijze aan grote sommen dollars en Nederlandse guldens wisten te komen. De ouderen ons weten heel goed dat reeds tijdens de zogeheten revo, er een narco-militarisme ontstond, waarbij hoge officieren intensief bij de cocaïnehandel betrokken geraakten. Het was zelfs zo erg, dat meneer Escobar een bezoek aan ons land wist te brengen en rustig in een van onze grote hotels kon logeren. Vanaf die tijd geraakte Suriname zwaar betrokken bij de handel in cocaïne en werd misbruikt als doorvoerland. Na de moorden van 8 december 1982 en het wegvallen van de ontwikkelingshulp uit Nederland, werd het deviezengebrek steeds nijpender en ging men ertoe over dollars op de zwarte markt te kopen en ook aan de handelsbanken aanbieden. Deze deviezenbanken die de valuta accepteerden, maakten het geld dan ook over voor de externe leveranciers. Op deze manier kwamen er nog mondjesmaat goederen binnen, waardoor de zaak niet helemaal ineenklapte. Maar dit gesjoemel met dollars en Nederlandse guldens en later de euro, kon natuurlijk niet eindeloos doorgaan. Suriname werd daarom in de afgelopen decennia op de kaart geplaatst als groot witwasobject en zo ook veel landen in de omgevingen en ook de eilanden in het Caraïbisch gebied. De schandalen bij grote banken in het buitenland die zich schuldig maakten aan enorme witwaspraktijken werden bekend en kregen boetes in de miljarden opgelegd. En juist omdat deze mega-financiële instellingen gevrijwaard wilden blijven van tal van witwasbeschuldigingen, is men nauwgezet gaan kijken welke correspondentbanken ook betrokken waren en zijn bij witwaspraktijken. Een grondig ingesteld onderzoek en analyse hebben voor veel grotere banken duidelijk gemaakt, waar je liever geen zaken meer kan doen. Ook werden veel banken in kleinere landen op de lijst van verdacht geplaatst en gewaarschuwd, de nu zo bekende compliance regels stringent toe te passen, om zo uitsluiting in het internationale betalingsverkeer te voorkomen. Suriname werd al gauw na de eeuwwisseling erop gewezen, dat het zich aan de gestelde regels van de Caribbean Financial Action Task Force, CFATF, een zijtak van de grotere Financial Action Task Force, moest gaan committeren, wilde het niet het risico lopen op een zwarte lijst te belanden. Als je als land in een dergelijke positie belandt, kan je nog maar heel moeilijk girale transacties met het buitenland plegen. We moesten maar eens een keertje serieuzer omgaan met de door de CFATF gestelde regels, die wel 40 punten omvatten. Suriname moet nu men tot aanscherping van de gestelde voorwaarden wenst over te gaan, zich aan deze regels houden. Vooraf moest er een goed National Risk Assessment, NRA, onderzoek worden ingesteld en afgerond. Die fase zijn we inmiddels voorbij en Suriname moet nu maar gaan zien, hoe het denkt het witwassen van crimineel verkregen geld te verhinderen, althans op een indrukwekkende wijze te voorkomen en hoe het ook de financiering van terroristische activiteiten met crimineel verkregen middelen, denkt te elimineren. De huidige regering zit naar de mening van Keerpunt, duidelijk met de wensen c.q. eisen van CFATF in haar maag en wel vanwege het feit, dat de witwascriminelen in dit land in de afgelopen decennia hun tentakels tot diep in de publieke sector en binnen politieke partijen hebben weten te steken en op subtiele wijze zaken die betrekking hebben op ‘compliance’, wisten tegen te werken. Een ander heikel punt waar onze autoriteiten mee zitten, is het grote deviezengebrek bij de overheid, dat voor een deel werd opgevangen door de informele sector (lees: de witwasbendes), die hun geld op oneigenlijke wijze hebben verkregen en er nu geen raad mee weten, omdat ze het niet via de commerciële banken hier ter stede kwijt kunnen. Kortom, de witwassers kunnen nu op heel moeilijke manier hun geld in het girale geldverkeer krijgen. Ook hierom is er thans sprake van een stijging van de wisselkoersen voor vreemde valuta. De banken wensen op geen enkele wijze in een vertroebelde relatie met hun correspondentbanken in het buitenland te geraken en weigeren vreemde valuta, waarvan de herkomst niet gedocumenteerd kan worden verklaard. Keerpunt durft gerust te stellen, dat er voor tientallen miljoenen aan dollars en euro’s chartaal hier in brandkasten opgeslagen liggen, maar niet kunnen worden aangeleverd bij de handelsbanken, omdat de eigenaren niet kunnen verklaren, hoe ze aan dat vele geld komen. Keerpunt weet heus wel hoe ze eraan zijn gekomen. Patjakkers die demonstratief hun vele bundels aan vreemde valuta in hun slaapkamer via sociale media aan de wereld tonen, blijven gefrustreerd achter en zijn gelijk ook het bewijs, dat ze tot de witwasbende behoren. De Surinaamse overheid heeft door de wensen c.q. eisen van CFATF, een molensteen om de nek en heeft nu de zeer moeilijke en gevaarlijke taak tussen de gelieerde witwassers en CFATF te laveren. Ondertussen heeft Suriname een groot deviezentekort en enorme buitenlandse schulden die ook in vreemde valuta moeten worden afgerekend inclusief de boeterentes. Hoe we hieruit moeten zien te komen, is niet helemaal duidelijk. Dat de Caribbean Financial Action Task Force een van de grootste vraagstukken van het huidige kabinet is, is voor Keerpunt meer dan glashelder. Waar ze in ieder geval zeer voorzichtig mee moet zijn, is niet ertoe over te gaan om toch gelden uit het informele (lees: criminele) circuit te accepteren, om voor haar voorlopige verlichting binnen de deviezenproblematiek te verkrijgen. Er wordt zwaar op ons gelet, niet slechts door buitenlandse banken en het CFATF, maar ook door regeringen in het buitenland en investeerders, die pas zullen komen als we hier onze zaakjes op orde hebben, dan zeker wel met bonafide krachten. We moeten voor eens en voor altijd trachten af te komen van het odium witwasrepubliek en smokkelhol.

 

More
articles