In het kader van de stijgende wisselkoersen heeft de Centrale Bank van Suriname (CBvS), gisterenmiddag getracht om de huidige situatie in kaart te brengen voor het publiek. Volgens governor Maurice Roemer, kent ons land geen vast wisselkoerssysteem en wordt uitgegaan van vraag en aanbod. ‘’Dat betekent dat we met zijn allen bepalen wat er in die markt gebeurt. Voor Surinaamse begrippen is dit systeem vrij nieuw en daardoor moeten wij een markt gaan creëren die feitelijk moet voldoen aan de markteisen. We brengen het allemaal onder de noemer, hoe kunnen we vraag en aanbod brengen naar één punt. Wat er is afgesproken vanaf 7 juni 2021, is dat de Centrale Bank op basis van een bepaalde berekening van de wisselkoersen die zijn gerealiseerd, dagelijks drie keer per dag de koers berekent en publiceert’, aldus Roemer.
Volgens Roemer staan we voor een grote uitdaging: ‘’We moeten een markt creëren waar eenieder wil betalen wat de een aanbiedt, dus in feite moeten we op zoek gaan naar een markt waar er grondslagen zijn om te komen tot de vaststelling tot de prijs van valuta, welke een goede representatie is van de evenwichtsprijs.’’ Dit is volgens Roemer een grote uitdaging voor ons land, want op dit moment zit Suriname helaas nog in een situatie waar de markt opeens beïnvloed kan worden door een grote vraag en een schaarste op dat moment van valuta. “De opzet is nu om de vraag- en aanbodzijde te beïnvloeden met de OMO’s (Open Markt Operaties) en die zijn vooral erop gericht om direct of indirect de vraagzijde van de koersontwikkeling en de inflatie te beïnvloeden. Er is daarbij nog meer, zoals het monetaire beleid van de Centrale Bank en het fiscaal beleid van de overheid. De overheid zal haar beleid moeten richten op de beheersing van de koers en de inflatie. Er zijn nog een heleboel aspecten zoals eerder aangehaald, maar de Centrale Bank heeft zelf vanwege het IMF-programma, niet heel veel instrumenten aan de aanbodzijde. We hebben wel de via de lokale banken met betrekking tot het aanbod van valuta, instrumenten ingezet”, aldus Roemer.
De governor zegt tot slot, dat het opzetten van die nieuwe markt in het kader van het IMF-programma een uitdaging is, vooral om na te gaan of de belangrijke participanten in die markt, zich laten leiden door onderliggende economische waarden om de koers te bepalen.
“Tot op dit moment is het mijn indruk, dat het nog niet aan de orde is, maar dat het eerder ligt aan het momentum, maar dat de vragers in principe wel bereid zijn veel te betalen, zolang er wat aanbod is.’’ Daarmee stelt de governor, dat vragers bereid zijn om meer te betalen, dan de onderliggende economische waarde is en wanneer je komt tot rationele vaststelling van de wisselkoers of die onder-of overgewaardeerd wordt. “Helaas werkt onze markt nog niet in die richting en op grond van rekenmodellen van de Centrale Bank, kunnen we zeggen dat als de koers richting SRD 25 en hoger gaat, dat we zeggen ‘jammer’, want dan denken wij dat de kopers te veel betalen en dat de koers dan is overgewaardeerd. Dat is voor de markt zoals wij die moeten organiseren volgens het IMF-programma, helaas geen uitgangspunt”, zegt Roemer. Hij doet daarom een beroep op alle vragers en aanbieders: ‘’De valutamarkt wil niet zeggen: ‘Wat wil de gek ervoor betalen.”’