De twee Oppenheimer-obligaties (9,875% 2023 en 9,25% 2026) die tijdens de regering Bouterse zijn aangegaan door de toenmalige minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, blijven een enorm probleem voor de huidige regering. De totale schuld op dit moment inclusief achterstallige rente is opgelopen naar ruim USD 800 miljoen. Financiënminister Armand Achaibersing die de onderhandelingen leidde, wil een eerlijke deal voor Suriname. Volgens hem is het bod dat Suriname op tafel heeft gelegd enigszins redelijk, gegeven de situatie. “De bondholders moeten begrijpen dat zij medeverantwoordelijk zijn voor de economische situatie. Zij hebben uitgeleend tegen woekerrentes wetende dat ons land het niet terug zou kunnen betalen.” Wij van Keerpunt, geven Achaibersing helemaal gelijk, want hoe is het mogelijk dat deze schuldeisers dit soort grote bedragen hebben geleend aan een land dat een kredietrating had van bijna default. Een land dat een leenzieke minister van Financiën had die zoveel leningen/kredieten (lees: schulden) op zijn naam had staan, dat hij toentertijd door middel van een wetswijziging, toestemming had gevraagd aan het parlement om te kunnen afwijken van het obligoplafond voor de staatsschuld.
Maar al de leningen die de regering Bouterse in de periode 2010-2020 is aangegaan, zouden zij thans niet kunnen aflossen, gezien de vele problemen in het land. De regering heeft ook nooit bij het aangaan van de leningen vermeld, wat de invloed zal zijn en hoe zij deze financiële last van plan was af te lossen. Dus de mensen die nog steeds van mening zijn, dat we tijdens die paarse regering niks te klagen hadden, omdat ze nog te eten en drinken hadden in de vorm van pakketten en af en toe nog leuke dingen konden doen, staan niet met beide benen op de grond. Deze mensen moeten nog een keer goed nadenken en daarbij niet vergeten, dat dit gewoon de modus operandi is van paars. You can’t teach an old dog new tricks, kort gezegd: een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken. Dit was ook overduidelijk toen de staatsschuld steeds maar toenam.
Volgens de website van het Bureau voor de Staatsschuld, is de totale staatsschuld volgens de internationale definitie in het jaar 2020 van SRD 47.513,6 miljoen (= zevenenveertig miljard vijfhonderd en dertien miljoen en zeshonderd duizend) gestegen naar SRD 67.025,7 miljoen (= zevenenzestig miljard vijfentwintig miljoen en zevenhonderd duizend) in het jaar 2021. Volgens de huidige wet is de stijging van 2020 naar 2021 van SRD 47.513,6 miljoen naar SRD 49.546,6 miljoen.
De vraag is of de Oppenheimer bondholders beseffen dat zij ook verantwoordelijk zijn voor de huidige situatie in Suriname en hun verantwoordelijkheid nemen. Eerder zijn wel succesvolle onderhandelingen gevoerd met de Club van Parijs. De schuldeiserlanden, geleid door Frankrijk, Nederland, Italië, Israël en Zweden, hebben unaniem de moeilijke situatie in Suriname erkend. Zij zijn meegegaan met een redelijke schuldherschikking. De hoop was dat dit ook voor de bondholders zou gelden. Echter is dit helaas nog niet het geval.