Accountant Rene Abrahams die belast was met het onderzoek van de reçufraude, zegt de minister van Financiën, Armand Achaibersing, hem heeft geïnformeerd over de situatie die hij aantrof toen hij in juli 2020 als minister aantrad. Achaibersing stelde een zeer zwakke organisatie te hebben aangetroffen, waarover hij formeel via de verslaggeving van de Rekenkamer en de CLAD pas in het lopend jaar afdoende werd geïnformeerd.
Verder stelde Abrahams, dat Achaibersing bereids stappen heeft genomen ter verbetering, maar dat die helaas niet hebben kunnen leiden tot het voorkomen en tijdig ontdekken van de door derden gepleegde malversaties. “Tenslotte besluit ik voor de duidelijkheid met de opmerking dat ik als niet forensisch accountant geen uitspraak kan doen over fraude anders dan aan te geven dat er een aanwijzing of een vermoeden daartoe bestaat.
Het politioneel onderzoek zal een uitspraak moeten doen over de wijze en mate van vervalsingen van documenten en handtekeningen en de kwaliteit daarvan, alsmede over betrokken handlangers. Ik sluit hierbij, losstaand van de nog uit te brengen bevindingen van de CLAD en Rekenkamer van Suriname uit het lopend vooronderzoek naar malversaties bij uw ministerie, mijn eerste rapportage af over mijn waarneming van het onderzoek, de controleomgeving, de genomen stappen en de te nemen stappen ter verbetering van de interne beheersing, waartoe al was besloten voorafgaand aan de ontdekking van de huidige aanwijzingen en vermoedens van fraude”, aldus Abrahams.
De voorbereidingen van het onderzoek zijn gestart op dinsdag 19 juli en op 20 juli is het onderzoek begonnen, waaraan een groot aantal medewerkers van de CLAD en de Rekenkamer gezamenlijk deelnemen. Op deze dag zijn een zeer groot aantal betalingen, verricht in 2022 bij het ministerie, onderzocht. Hierbij zijn tot dusverre (per 22 juli 2022) geen malversaties aangetroffen. Van een groot aantal transacties moeten de bescheiden nog ter controle worden aangeleverd. De stand van zaken per heden 22 juli 2022, betreft vier door de Centrale Bank uitgevoerde oneigenlijke opdrachten met vervalste handtekeningen, te weten op:
- 25 januari 2022 voor SRD 5.944.005,00 met als begunstigde M.I. Rother;
- 11 maart 2022 voor SRD 12.408.913,20 met als begunstigde M.I. Rother;
- 25 april 2022 voor SRD 14.042.700,45 met als begunstigde R. Koendjbihari;
- 14 juni 2022 voor SRD 26.922.896,97 met als begunstigde R. Koendjbihari.
Abrahams stelde voor om maatregelen te implementeren om de administratieve organisatie inclusief de interne beheersing te verbeteren en de controleomgeving te versterken. “Inmiddels zijn er in samenspraak met de Centrale Bank en het ministerie van Financiën en Planning, maatregelen getroffen, zodat de malversaties die zich hebben voorgedaan niet meer kunnen voorkomen. De interne beheersing is bij het ministerie en de moederbank daardoor in belangrijke mate versterkt, terwijl nog meer maatregelen zullen worden getroffen ter verdere versterking van het ministerie van Financiën.”
Het vooronderzoek door de twee eerdergenoemde controle-instanties is nog gaande. “Weliswaar kan wel worden gesteld dat er sprake is geweest van samenspanning, mogelijk ook met partijen buiten het ministerie, maar daar moet het politioneel onderzoek een uitspraak over doen. Afhankelijk van de mate van samenspanning kunnen vele controlemaatregelen worden doorbroken, waardoor malversaties laat of nooit worden ontdekt. Op dit moment kan geen uitspraak worden gedaan over de mate van samenspanning. In accountantstermen kunnen, niet tegenstaande het feit dat er sprake is geweest van samenspanning, op hoog niveau bekeken de malversaties worden toegeschreven aan gebreken in de controleomgeving”, benadrukte Abrahams in zijn rapportage aan de regering.