Goudzoeker gekapt
De slepende ruzie tussen dorpelingen van Godoölo en Kisaï, is gisterochtend behoorlijk uit de hand gelopen. De animositeit is uitgemond in een schiet- en kappartij. Vorige maand werd een aantal goudzoekerskampen in Kisaï overgenomen door gewapende mannen uit Godoölo. Het gaat om kampen van goudzoekers, die achter het Aucaaans dorp Kisaï, gevestigd zijn. De overname van de daarbij horende goudvelden, vond gewapenderhand plaats.
Het gaat voornamelijk om goudvelden, die al enkele weken bezet worden gehouden door enkele dorpeling uit Godoölo. Naar de krant verneemt, wordt de onenigheid tussen beide groepen, steeds besproken bij de krutu’s van het traditioneel gezag, echter is men nog niet tot een gedegen oplossing gekomen voor beide groepen. Naar wij vernemen, is er in dezen sprake van vernieling, afpersing en bedreiging. Dit omdat de goudzoekers uit Kisaï niet terug kunnen naar de plekken waar hun machines staan.
Uit ontevredenheid, hebben goudzoekers uit Kisaï dit weekend goudzoekers uit Godoölo gewapend aangevallen. Bij de ter perse gaan van deze editie, waren reeds twee gewonden gemeld. Deze zijn gisteren overgebracht naar de Spoedeisende Hulp (SEH) van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo. Uit informatie die de redactie heeft verkregen, blijkt dat er meerdere gewonden zijn. Momenteel zijn er verschillende eenheden van de politie bezig met het onderzoek ter plekke. Het is tot nog toe niet duidelijk, of er aanhoudingen zijn verricht.
Deze gewelddadigheden werden eerder doorgegeven aan de dorpsleiding en de districtscommissaris van het bestuursressort Tapanahony, echter is er daarna geen oplossing gevonden voor het slepende conflict. Een poging van onze redactie om de dorpsleiding te spreken, bleef vruchteloos. Remi Kanape, DNA-lid uit dat gebied, zegt tegenover de krant, dat het niet overeenkomen samen het goud uit het gebied te winnen, tot deze gewelddadigheden heeft geleid. ‘’In kan niet echt in details informatie verschaffen, maar het gaat erom, dat partijen niet overeen hebben kunnen komen om samen te werken‘’, aldus Kanape.
