Op woensdag 25 mei 2022 heeft de vertegenwoordiger van de United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR) van het ‘Multi-Country Office for Belize, Cuba, Panama, Nicaragua, and Southern Caribbean’, Mw. Philippa Candler, geloofsbrieven aangeboden aan de directeur Buitenlandse Zaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS), Ambassadeur Miriam Mac Intosh.
Na de overhandiging van de geloofsbrieven vond een onderhoud plaats tussen de Surinaamse delegatie bestaande uit Mw. Dina Pinas-Westfa, onderdirecteur Consulaire Zaken en Personenverkeer en de heer Ryan Rickerts, Senior-Beleidsmedewerker van het ministerie. De UNHCR werd vertegenwoordigd door Mw. Philippa Candler, de heer Daniel Mac Guire, Senior Protection Officer en Mw. Bibi Bilkerdijk- Rozenberg, Protection Assistant in Suriname.
Tijdens het onderhoud verwees de directeur naar de goede samenwerking die is opgebouwd tussen de Republiek Suriname en de UNHCR. Zij gaf aan dat Suriname vanaf 2015 veelvuldig te maken heeft met asielzoekers en vluchtelingen, en als gevolg daarvan behoefte heeft aan het versterken van de samenwerking met UNHCR. Verder gaf zij mee dat Suriname eveneens behoefte heeft aan technische assistentie en capaciteitsversterking met een duurzaam karakter.
Directeur Mac Intosh benadrukte het belang van informatie-uitwisseling met landen in de regio en buiten de regio, in het bijzonder met landen die ruime ervaring hebben met asielzoekers en het vluchtelingenvraagstuk. “Met de nodige assistentie vanuit UNHCR en de lokale stakeholders zal het asielzoekers- en vluchtelingenvraagstuk blijvend gemonitord worden,” aldus de directeur.
Mw. Candler bevestigde in het onderhoud de goede samenwerking met Suriname. Zij benadrukte de bereidwilligheid van de UNHCR voor uitdieping van de samenwerking met Suriname onder andere door middel van breedvoerige ondersteuning in technische assistentie en capaciteitsversterking. Zij gaf mee dat de UNHCR bereid is de brugfunctie te vervullen met andere landen over informatie-uitwisseling zoals gevraagd door Suriname.