Coalitie ondersteunt regeringsbeleid, moties oppositie sneuvelen

De coalitie heeft de regering in een motie opgeroepen op de ingeslagen weg verder te gaan en het prudent financieel-economisch beleid voort te zetten. De regering werd ook opgeroepen de ondersteuning te blijven bieden aan de meest kwetsbare groepen in de samenleving en de getroffenen van de wateroverlast. Ook voor de productiesector wordt de nodige ondersteuning gevraagd ter bevordering van de economische groei. De coalitie vroeg om de relatie tussen sociale partners met de overheid te bevorderen, de veiligheid van de burger als hoogste prioriteit aan te merken en dat de regering op verantwoorde wijze inhoud geeft aan het milieubeleid.

Gevraagd werd dat onderwijs en gezondheidszorg prioriteit genieten en dat de regering, zoals het haar betaamt, good governance steeds hoog in haar vaandel blijft dragen. Cheryl Dijksteel (VHP) lichtte de motie toe: ‘’We komen van een begrotingstekort van 22,9 procent, dat is nu 7,4 procent. De regering gaat voort met het werk en we ondersteunen en begeleiden kritisch. De economie is aan het herstellen, maar we moeten niet vergeten dat uit welk dal je ook komt, elke stap die je vooruit maakt, groei is.” Iona Edwards (NDP) zei dat de motie ‘’zonde is van het papier en dat de persoon die het heeft opgesteld, zeker niet in Suriname woont’’. Opgemerkt werd dat de regering beperkte middelen had. Edwards vroeg zich af hoe er met de beperkte middelen een dure Mercedes is gekocht voor de ambassadeur van Suriname in Nederland. “De regering rijdt rond met colonnes en gaat op en neer met helikopters voor onderonsjes. Ze reizen de wereld rond naar Dubai met family and friends, terwijl het volk wordt uitgeknepen”, stelde Edwards. Zij haalde aan dat gaan naar IMF een beleidskeuze is, omdat de vorige regering dat ook wilde, maar dat zij is gestopt, omdat zij koos voor het volk. “Er is viermaal gedevalueerd zonder de salarissen aan te passen. Deze motie is een schaamteloze wanhopige poging om het falend beleid te verdedigen en een visieloze regering op te hemelen”, benadrukte Edwards. De motie werd met 30 stemmen voor en 17 tegen aangenomen.

Eerder zijn twee moties, ingediend door de oppositie, gesneuveld.

Beide moties werden met 17 stemmen voor en 30 tegen afgekeurd. In de eerste motie ingediend door Stephen Tsang (NDP) werd aangegeven, dat Staatsolie 44 procent meer heeft geproduceerd. Gevraagd werd dat de regering de helft van de extra inkomsten, ongeveer USD 28 miljoen, zal aanwenden voor hulp en opvang aan de getroffenen van de wateroverlast in Brokopondo, herstel van de getroffen gebieden, maatregelen ter voorkoming van een mogelijke dambreuk en maatregelen om te anticiperen op een verergering van de situatie.

De regering wordt gevraagd de gebieden tot een rampgebied te verklaren en een gedegen rampenplan en rampenbeheersingsfond op te stellen, indien dat er nog niet is. Daarnaast wordt gevraagd om financiële middelen vrij te maken voor herstel van het onderwijsproces in het binnenland en om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar het beheer van de dam.  In de tweede motie ingediend door Patrick Kensenhuis (NDP), werd de regering opgeroepen Suriname daadwerkelijk te verheffen zoals beloofd, het uitgezette pad met IMF stop te zetten en alternatieve financiële mogelijkheden aan te wenden, een deel van de extra inkomsten uit de mijnbouwsector aan te wenden voor de productiesector, meer middelen vrij te maken voor het sociaal beleid en een aangepast sociaal programma uit te voeren dat beantwoord aan de vele sociale noden van het volk. Er werd ook gevraagd een aangepast programma uit te voeren dat tot stand is gekomen door alle maatschappelijke groeperingen.

Dit programma moet de gemeenschap in staat stellen zich te herstellen na een periode van crisis en tevens zorgen voor een hervatting van de nationale duurzame productiesectoren.

door Priscilla Kia

 

More
articles