“De historische regenval in 2021 heeft geleid tot fors hogere waterstanden in het Afobaka-waterreservoir, waardoor we meer kostenefficiënte waterkracht hebben kunnen produceren dan oorspronkelijk gepland. Hierdoor heeft Suriname meer dan USD 20 miljoen kunnen besparen op zijn elektriciteitsrekening in 2021. Dus de waterkrachtfaciliteit droeg schone energie bij aan meer dan 70 procent van de totale elektriciteitsbehoefte van Suriname tijdens het jaar”, aldus Staatsolie in haar onlangs gepubliceerde jaarverslag over 2021.
Volgens BEP-parlementariër Ronny Asabina, ervaart de samenleving ondanks dat de Energiebedrijven Suriname (EBS) goedkoper energie konden inkopen in 2021, op geen enkele manier een stroomkorting. De parlementariër verwees naar het jaarverslag 2021 van Staatsolie, waar wordt gesteld dat dochteronderneming Staatsolie Power Company Suriname (SPCS), in 2020-2021 zorgde voor de opwekking van ruim 80 procent van de elektriciteit waar Suriname behoefte aan heeft.
“In de Afobaka waterkrachtcentrale is 1.1 miljoen megawatt opgewekt tegenover 926.000 in 2020, een stijging van bijna 20 procent”, merkte Asabina op. Hierdoor bespaarde de overheid ruim USD 20 miljoen op haar energierekening.
De afgelopen maanden heeft de SPCS het maximale gespuid dat minimaal voor overlast kan zorgen voor dorpen aan de benedenstroom. Toch zijn veel gebieden onder water gelopen. SPCS-directeur Eddy Fränkel heeft onlangs hierop gereageerd en zei, dat er nog nooit zoveel water in het stuwmeer is geweest. “Het is eigenlijk zo dat het hele stuwmeer de dorpen aan de benedenstroom beschermt, want als al het water dat nu in de bovenstroom zit van het stuwmeer door die rivier zou stromen, dan zouden die gebieden al onder water zijn gelopen. Hele dorpen zouden zijn ondergelopen als de stuwdam nooit was gebouwd. Het water in het stuwmeer wordt gebufferd, maar ook dit heeft zijn grenzen en als het operationeel niveau van 264 voet is bereikt, dan moet overtollige water worden geloosd. De strategie is evenveel lozen als er naar binnenkomt.’’ Wat volgens Fränkel ook niet positief bijdraagt, is dat Suriname nog steeds kampt met hevige regenval, waardoor er nog steeds gespuid moet worden. Fränkel erkent dat dit nadelig is voor de omliggende dorpen. ‘’Maar er is geen andere keus’’, zegt hij.