Om de voedselveiligheid op aarde te garanderen, moet de vleesconsumptie in rijke landen met driekwart dalen, stelt Duits onderzoek. Maar dat betekent ook dat vlees eten in kleine hoeveelheden best duurzaam kan zijn, zeggen de wetenschappers. De gemiddelde Europeaan eet zo’n 80 kilo vlees per jaar. Maar elke steak, worst of kippenbout komt met een kost die niet op het prijskaartje staat: die voor het klimaat, het milieu of de gezondheid. Koeien produceren bijvoorbeeld heel wat methaan. En omdat dieren veel voeder nodig hebben per kilo vlees, is veel extra land nodig, wat ten koste gaat van ecosystemen wereldwijd. Bovendien is te veel vlees niet gezond voor de mens.
Wetenschappers van de Universiteit van Bonn hebben nu de bestaande wetenschappelijke kennis over de verschillende aspecten van vleesconsumptie samengevat in Annual Reviews. Hoogleraar Voedseleconomie Matin Qaim, die de studie leidde, zegt dat als iedereen evenveel vlees zou consumeren als Europeanen of Noord-Amerikanen, zouden we klimaatdoelen missen en veel ecosystemen instorten. “We moeten daarom onze vleesconsumptie aanzienlijk verminderen, idealiter tot 20 kilo of minder per jaar.” De oorlog in Oekraïne toont het belang daarvan, zegt Qaim, want op dit moment wordt ongeveer de helft van alle graan ter wereld gebruikt als veevoeder.
Massa-vegetarisme niet de oplossing
Moet de mensheid dan helemaal vegetarisch gaan eten? Neen, zeggen de onderzoekers. Vooral in de rijke landen moet de vleesconsumptie sterk dalen, idealiter met 75 procent, maar in armere landen is het verhaal complexer. Aan de ene kant zijn er veel regio’s waar plantaardig voedsel niet kan worden verbouwd. “We kunnen niet op gras leven, herkauwers wel”, verduidelijkt landbouweconoom Martin Parlasca, die meewerkte aan de studie. Vlees biedt in die regio’s vaak een essentiële bron van eiwitten en micronutriënten. “En voor veel mensen zijn ze ook een belangrijke bron van inkomsten. Als de inkomsten uit melk, eieren en vlees wegvallen, kan dat een bedreiging vormen voor hun levensonderhoud.” Veeteelt in die armere landen is in ieder geval niet het probleem, zegt de studie. Vlees staat er minder vaak op het menu dan in sterker geïndustrialiseerde landen. Dat betekent dat vooral de rijke landen hun vleesconsumptie moeten verminderen.
Belasting op vlees
Maar dat is op dit moment nog niet aan de hand. Hoewel er meer vegetariërs zijn, stagneert de totale vleesconsumptie in heel Europa. En in Australië en Noord-Amerika is de consumptie van vlees nog groter. De wetenschappers pleiten daarom voor een hogere belasting op dierlijk voedsel, een controversieel voorstel. “Het is zeker niet populair, vooral omdat een toeslag van 10 of 20 procent waarschijnlijk niet genoeg zou zijn om een sturend effect te hebben”, zegt Qaim. “Maar vlees heeft hoge milieukosten die niet worden weerspiegeld in de huidige prijzen. Het zou volkomen redelijk en eerlijk zijn om consumenten meer te laten delen in die kosten.” De auteurs pleiten ook voor meer aandacht voor duurzame consumptie in schoolcurricula van leerlingen én van toekomstige leerkrachten. “We moeten ons bewuster worden van de wereldwijde impact van onze beslissingen”, zegt Qaim. “Dat geldt overigens niet alleen voor eten, maar ook voor dat T-shirt dat we in de outlet kopen om één keer te dragen op een feestje.” Bron: IPS