Hoogste inflatie sinds april 1976, voeding fors duurder

Nederlanders waren in maart 9,7 procent duurder uit dan een jaar eerder. Het is de hoogste inflatie sinds april 1976, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Door de oorlog tussen Oekraïne en Rusland zijn de toch al hoge prijzen verder gestegen. Zo gingen de prijzen voor elektriciteit, gas en stadsverwarming hard omhoog, maar ook voedsel werd duurder. De inflatie valt in de eerste volle maand sinds het begin van de Oekraïne-oorlog veel hoger uit dan in februari, toen de prijzen op jaarbasis 6,2 procent waren gestegen. Doordat Rusland een olie- en gasrijk land is stijgen de prijzen voor die grondstoffen. Dat zorgde ervoor dat de rekening voor gas, elektriciteit en stadswarmte bij nieuw afgesloten contracten 157 procent hoger was dan in maart 2021. Automobilisten waren bij het tanken ruim 36 procent meer kwijt. De prijzen voor voedingsmiddelen stegen ook harder dan een maand eerder. Dat kwam vooral doordat vlees en groente duurder zijn geworden. Ook hier speelt mee dat voor kassen vaak gas wordt gebruikt om ze te verwarmen. Maar boeren hebben bijvoorbeeld ook te maken met hoge kosten voor kunstmest of grondstoffen voor veevoer.

Europese methode

Het Nederlandse statistiekbureau kwam vorige week al met het bericht dat de inflatie in Nederland was gestegen tot bijna 12 procent. Daarbij werd echter gebruikgemaakt van de Europees geharmoniseerde methode, die in het leven is geroepen om de inflatiegegevens van verschillende Europese landen goed met elkaar te kunnen vergelijken. Het CBS komt nu met het maandcijfer volgens zijn eigen rekenmethode. Daarin worden onder andere de kosten voor woninghuren bijgehouden. De Europese methode laat die buiten beschouwing. De huizenprijzen zitten overigens in zowel Europa als Nederland niet verwerkt in het inflatiecijfer. Energie drukt juist een stevige stempel op de cijfers, omdat wordt uitgegaan van nieuw aangeboden energiecontracten. Huishoudens met een vast energiecontract hebben momenteel minder last van de stijgende prijzen.

Stijging cao-lonen blijft achter

Hoewel de stijging groter is dan in 2021, blijft de cao-loonontwikkeling ver achter bij de ontwikkeling van de consumentenprijzen. De cao-lonen in Nederland zijn in het eerste kwartaal met 2,4 procent gestegen, aldus het CBS. De cao-loonstijging is in totaal 5 procentpunt lager dan de stijging van de consumentenprijzen. In de beschikbare cijfers tot 1973 is het volgens het CBS niet voorgekomen dat de ontwikkeling van de cao-lonen zo ver achter bleef bij de inflatie. De cao-lonen kunnen abrupte prijsstijgingen doorgaans niet direct volgen omdat de loonontwikkelingen deels het resultaat zijn van eerder afgesloten cao’s. Het voorlopige cijfer van het CBS over het eerste kwartaal van 2022 is gebaseerd op 74 procent van de cao’s.

Situatie volledig anders

Het kabinet gaat de komende periode niet nog meer maatregelen nemen om te voorkomen dat mensen veel minder te besteden hebben, zo zei premier Mark Rutte vorige week. Het zal voor het kabinet ‘heel moeilijk worden’ om de pijn van de hard stijgende prijzen verder te verzachten met ingrepen bovenop de al aangekondigde maatregelen.

Het kabinet heeft met een energietoeslag voor de laagste inkomens, accijnsverlaging en verlaging van de btw op energie geprobeerd ‘de pijn te dempen, maar het is ook niet meer dan dat’. Het effect van de maatregelen aan de pomp zal bijvoorbeeld ‘beperkt’ zijn, verwacht Rutte.

Het kabinet stond begin dit jaar op het bordes met een goede financiële uitgangspositie, die situatie is nu volledig veranderd. Dat ligt niet alleen aan de extreem hoge energieprijzen. Rutte wijst ook op de problemen met de spaartaks.

More
articles