EXTERNE INFLATIE EN VRAAG EN AANBOD

De prijzen van goederen en diensten zijn in de afgelopen 6 jaar binnen onze eigen staatshuishouding, enorm gestegen. Deze stijgingen waren de oorzaak van economisch en financieel wanbeleid, gevoerd door de vorige regering hetgeen geleid heeft tot forse ontwaarding van onze nationale munt de SRD ten opzichte van bijvoorbeeld de dollar en de euro, waar we onze importen mee dienen te betalen. De consument moest daarom steeds meer SRD neertellen om goederen te kunnen bemachtigen en diensten voor zich te doen verrichten. Dus telkenmale als de wisselkoersen voor vreemde valuta verder stegen, moesten we ook meer betalen in winkels en supermarkten en ook voor de diensten.  Van het allergrootste belang werd het dan ook voor elke regering de verdere afwaardering van de SRD ten opzichte van de euro en dollar een halt toe te roepen. Daar is de regering Santokhi door de unificatie van de wisselkoers ter hoogte van ongeveer SRD 20,- voor de dollar, redelijk goed in geslaagd. De wisselkoersen zijn al enkele maanden stabiel, maar de prijzen vertonen nog steeds zeer onaangename stijgingen, zulks tot groot ongenoegen  van de algehele samenleving.  Maar waar ligt dat nu aan, dat de prijzen niet stabiel blijven? Daar liggen tal van factoren aan ten grondslag.  Alvast moeten we begrijpen, dat de Covid-19 pandemie wereldwijd enorme schade heeft berokkend  aan economieën wereldwijd, en dat in veel productiegebieden veel stil kwam te liggen en tot op heden veel niet wederom  goed is opgestart. Fabrieken gingen dicht, en in landbouwstreken konden de producten niet goed worden afgezet, omdat afnemers  door Covid-19 niet goed konden functioneren. De lockdowns op veel plaatsen ingesteld richtten enorme financiële schade aan.  Ook op de vele scheepvaartroutes ontstonden enorme stagnaties en konden verschepingen in stalen vrachtcontainers,  niet op een reguliere basis plaatsvinden. Voorts ontstond er op een gegeven moment een gebrek aan vrachtcontainers, waardoor  de prijzen  werden opgedreven. Bijvoorbeeld in China gingen door Covid-19 ook bepaalde havens gewoon dicht en liep de stagnatie in verschepingen van belangrijke goederen verder op. Maar de vraag naar goederen en diensten, liep niet dusdanig terug, waardoor bij schaarste de prijzen de lucht in schoten. Dat is altijd zo , als de vraag groter is dan het aanbod, gaan de prijzen omhoog , als het aanbod groter is dan de vraag kunnen de prijzen eventueel dalen.  Suriname dat een importland is, kreeg dus ook gelijk te maken met een te laag aanbod aan goederen die we normaliter op ,maand- en jaarbasis importeren. De enorme vraag naar tal van producten overtrof wereldwijd het aanbod, waardoor er veel meer voor dezelfde producten en hoeveelheden in vreemde valuta, moest en moet worden betaald. Daarenboven werden de vrachtkosten op schandalige wijze vermeerderd. Dat heeft allemaal behoorlijk aangetikt  bij alle importeurs in ons land en wel in harde valuta. Al deze kosten inclusief de indirecte belastingen bij de invoer, hebben gemaakt dat producten thans veel duurder zijn geworden vanaf de Covid-19 pandemie in eind 2019 begin 2020 wereldwijd toesloeg. Dat alles veel duurder is geworden  heeft nadrukkelijk met het voorgaande te maken en de prijsstijgingen doen zich niet alleen in Suriname maar over de gehele wereld gevoelen, en hebben velen verder verarmd.  Mensen die dit allemaal niet begrijpen en de internationale gebeurtenissen niet of onvolledig volgen zullen al heel gauw geneigd zijn, de regering de schuld te geven voor de hoge prijzen in de winkels.  Natuurlijk zijn er speculanten die misbruik maken van de ontstane situatie en aan prijsopdrijving werken, maar de consument moet inzien dat de stijgingen momenteel maar heel weinig te maken hebben met de wisselkoersen,  maar zeker en overwegend kunnen worden toegewezen aan de externe inflatie als gevolg van de Covid-19 pandemie.

More
articles