Onlangs verscheen er een bericht in de media waarin stond, dat een militair en twee burgers door de politie van Albina waren aangehouden voor het in bezit hebben van bijkans 9.000 zeeschildpadeieren. De militair verklaarde, de eieren bij een Indiaan te hebben gekocht. Op zijn aanwijzing werd de verkoper, die woonachtig is in het dorp Galibi, opgespoord en aangehouden. Van de toeristen die jaarlijks ons land bezoeken, trekken er 15.000 tot 20.000 naar Galibi om de zeeschildpadden te zien. Zeeschildpadden zijn beschermde dieren en het is daarom verboden de eieren van deze dieren te rapen en of in bezit te hebben. Als de schilpadden daadwerkelijk an-dere veiligere broedplaatsen kunnen vinden, zal dit automatisch een grote klap betekenen voor de Surinaamse toeristensector. Maar dat gebeurt niet, omdat de natuur het zo geregeld heeft dat ze na een lange reis, hier kunnen komen broeden. Het wordt daarom hoog tijd dat van overheidswege er beleid wordt ge-maakt om zeeschildpadden beter te beschermen, dit omdat zeeschildpadden onder meer heel belangrijk zijn voor het ecotoerisme. We hebben vaker erop gehamerd, dat er meer acties ondernomen moeten worden om de zeeschildpadden te beschermen. En elke keer is het weer hetzelfde liedje en wordt er gezegd, dat er geen geld is voor jachtopzieners of dat er geen brandstof is om te patrouilleren. Lage boetes zullen geen verandering brengen in de situatie van stroperij. In de meeste gevallen kunnen stropers na de boete te hebben betaald, weer vrij rondlopen. Dit is triest, omdat een dergelijke stroper weer in herhaling zal treden. Hetgeen ze met de krapé-eieren verdienen is zo aanzienlijk, dat de boete ze niet deert. Dat is in het verleden al meerdere malen bewezen. Na de boete lopen ze lachend rond en dat is ten opzichte van de groep die moeite doet de zeeschildpadpopulatie te beschermen, zeer frustrerend. De zeeschildpadden zijn onze nationale trots, gezien het overgrote deel op onze noordoostelijke stranden komt leggen en juist daarom dienen ze beter beschermd te worden.