“Suriname stoot minder koolstofdioxide uit dan het uit de atmosfeer haalt, dankzij bossen die meer dan 93 procent van het land beslaan. Ik zou willen dat de obligaties van de vorige regering groen waren geweest of beter nog, dat hun rentevoet was gekoppeld aan biodiversiteits- of klimaatdoelstellingen, zoals landen als Uruguay dat willen doen. Hier zijn we dan, een CO2-negatief land dat 12,875 procent betaalde voor vierjarige obligaties – het hoogste tarief ter wereld. De bossen van Suriname zijn van mondiaal belang, zowel als hotspot voor biodiversiteit en als carbon sink”, aldus minister Albert Ramdin in gesprek met Global Capital.
De minister geeft in het interview antwoord op de vraag of een nieuwe schuld niet moet worden gekoppeld aan duurzaamheidsprestaties, zoals een aan duurzaamheid gekoppelde staatsobligatie. “We zouden kunnen overwegen om een duurzaamheids gerelateerd element in de nieuwe obligaties op te nemen, zoals een coupon die kan veranderen afhankelijk van het behalen van bepaalde biodiversiteit, sociale of gezondheids- KPI’s. We zullen echter moeten bezien of obligatiehouders een dergelijke structuur accepteren en of deze op een niet al te complexe of onzekere manier kan worden geïmplementeerd. Ik realiseer mij dat ESG-intenties geen vervanging zijn van prudent economisch management of betalingsbereidheid, en dat de obligaties die uit de schuldsanering zullen voortkomen nu in handen zijn van een bestaande beleggersgroep. Maar we begrijpen dat verschillende grotere houders van de Suriname obligatie, ook leiders zijn op het gebied van ESG.”
Verder zegt de minister, dat de schuldherschikking van Suriname een unieke kans biedt aan particuliere en officiële schuldeisers om leiderschap te tonen door ESG-doelstellingen te ondersteunen als onderdeel van het resultaat van het herstructureringsproces. “We hopen ook dat schuldeisers zoals China, India, Frankrijk of andere landen, dit onderwerp overwegen. Betrokkenheid bij natuur- en biodiversiteitsbescherming door schuldverlichting te koppelen aan milieuresultaten, zou de reputatie van China, India of Frankrijk als wereldwijde klimaatkampioen een boost geven. Dit zou een aanvulling vormen op hun nationale acties om koolstofneutraliteit te bereiken.”
